Pyrotechnia of Konst in't vuurwercken Geschreven op 't Schip t Huijse Ter Loo door mijn Daniel Galschut van Koppenhaggen
boek
Een explosief handschriftEen van de mooiste handschriften in de collectie van het Legermuseum is Pyrotechnia
of konst in’t vuurwercken uit circa 1691-1710 van Daniel Galschut.1 Zelfs de titel van dit
handschrift spreekt tot de verbeelding. De waarde ervan ligt vooral in de uitvoering
met gekleurde tekeningen. Het vermoeden bestaat dat Galschut voor de tekst, net
als voor een ander handschrift, heeft geput uit een gedrukt werk. Het enige andere
bekende handschrift van hem is in bezit van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam,
en heeft als titel: Konst der constapels. Dit werk is grotendeels ontleend aan het
bekende artillerieboekje Arithmetische ende geometrische practijcke der bosschieterye
(Rotterdam 1641) van Willem Claesz.2
Galschuts handschrift over pyrotechniek in bezit van het Legermuseum heeft hij,
gezien de overeenkomstige onderwerpen, vermoedelijk deels ontleend aan Pyrotechnia
or, a discourse of artificiall fire-works...(Londen 1635) van de Engelsman John
Babington. Van laatstgenoemd boek verschenen in de Nederlandse Republiek tussen
1672 en 1687 ten minste vier Nederlandstalige uitgaven. De populariteit die
het boek van Babington kennelijk genoot in de Nederlandse Republiek sterkt het
vermoeden dat Galschut het boek inderdaad heeft gebruikt. Overigens bestond
er in de zeventiende en achttiende eeuw veel belangstelling voor siervuurwerk. Het
waren vaak militairen - artilleristen - die hierover schreven. Een bekend voorbeeld
is het klassieke artillerieboek Artis magnae artilleriae (Amsterdam 1650) van Casimir
Siemienowicz, waarin ook aandacht wordt besteed aan siervuurwerk. Dit boek bleef
een standaardwerk tot in de achttiende eeuw.3
Over Galschut is vrijwel niets bekend. We weten zelfs niet zeker of hij in dienst was
van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Het schip, ‘Het Huis ter Loo’,
waar hij volgens de titel van zijn handschrift kennelijk op voer, was weliswaar een
VOC-schip, maar Daniel Galschut komt (nog) niet voor in de inmiddels bijna complete
databank van VOC-opvarenden. Het schip betrof een zogeheten pinas met een tonnage
van 875, en het werd gebouwd in 1691.4 Haar eerste reis was in 1691, de laatste
in 1709 en maakte in die periode vijf tochten naar Batavia en twee naar Ceylon. Van
de laatste reis naar Ceylon in 1709, waar het schip in 1710 arriveerde, keerde het niet
meer terug. Op basis van deze reisgegevens kan het manuscript derhalve worden
gedateerd tussen 1691-1710.
Aan boord van VOC-schepen voeren behalve zeelieden en soldaten ook regelmatig
passagiers, vaklieden en zogeheten impotenten (VOC-personeel dat om uiteenlopende
redenen uit actieve dienst was gezet) mee, zo ook op het ‘Het Huis te Loo’. Hoewel
Galschut ook zou kunnen hebben behoord tot de passagiers of de vaklieden aan
boord, vermoeden we gelet op het onderwerp van beide manuscripten, dat hij een
constabel was. Deze functionaris was verantwoordelijk voor het geschut en de munitie
alsmede de handwapens aan boord. Hij had een of meer konstabelmaten en vijf of zes
busschieters (kanonniers) onder zich.5
Het handschrift van Galschut maakt onderdeel uit van de historische bibliotheek van
het ministerie van Oorlog in de collectie van het Legermuseum. Hoewel de historie
van deze bibliotheek teruggaat tot de zestiende eeuw, is het manuscript van Galschut
pas terechtgekomen in deze bibliotheek tussen 1 juli 1912 en 31 augustus 1928, zo
blijkt uit een aanwinstenoverzicht.6
An explosive manuscript
One of the finest manuscripts in the museum collection is Daniel Galschut’s Pyrotechnia
of konst in ‘t vuurwercken (Pyrotechnics or the art of fireworks) dating from the
1691-1710 period. Even the title of this manuscript sparks the imagination. The text
of Galschut’s manuscript is probably based on the manual Pyrotechnia or, A discourse
of artificiall fire-work (London 1635), by the Englishman John Babington. The significance
of this manuscript lies mainly in the illustrations. Galschut says that he wrote
the manuscript on a ship called ‘t Huijse Ter Loo’ (which translates as ‘the House at Loo’
and refers to the Dutch palace of the same name). This ship sailed under the flag of the
Dutch East India Company, in whose service Galschut probably worked as a gunner.
The manuscript ended up in the library of the Ministry of War between 1912 and 1928,
which is now part of the museum collection.
1 Het betreft: Daniel Galschut, Pyrotechnia of Konst in’t vuurwercken Geschreven op ‘t Schip
t Huijse Ter Loo door mijn Daniel Galschut van Koppenhaggen. Circa 1691-1710. Handschrift,
4to, 88 folio, aan beide zijden beschreven, met tekeningen in kleuren
2 W. Voorbeijtel Cannenburg, Nederlandsch Historisch Scheepvaartmuseum. Catalogus der Bibliotheek
II (Amsterdam 1960) 799
3 Zie: Louis Ph. Sloos, Gewapend met kennis. 500 jaar militaire boekcultuur in Nederland (Nijmegen
2012) 147-161
4 Zie: De VOC: Scheepvaart tussen Nederland en Azië 1595-1795, http://www.historici.nl/
Onderzoek/Projecten/DAS/search, zoekterm: Name ship “Huis te Loo”
5 Zie: http://www.vocsite.nl/geschiedenis/functies.html
6 W.F.L. van de Wetering bijgend. De Rooij, Tweede supplement op den catalogus der bibliotheek
van het Departement van Defensie (Den Haag 1929) 144, nr. 2932 2
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 114-117)