Het De Havilland DHC-2 Beaver licht transportvliegtuig met registratie S-6 Tijdens de winterisolatie van de Waddeneilanden omstreeks 1966
schilderij
DHC 2 'Beaver' (PH-DHC)De Canadese tak van de Havilland ontwikkelde in 1947 een metalen hoogdekker met half vrijdragende vleugels, dat speciaal bestemd was voor het Canadese "bush-gebied", waar veelal van kleine en niet al te vlakke veldjes moest worden geopereerd. De Beaver is daarom een stevige machine die van kleine vliegveldjes kan opstijgen en evenzo een beperkte landingsuitloop nodig heeft. Het prototype ging op 16 augustus 1947 voor het eerst de lucht in.
In ons land werd de Beaver eind 1956 op Valkenburg ingedeeld bij 334 (Transport) squadron, dat later naar Ypenburg verhuisde. In 1966 werden de Beavers bij het 300 squadron te Deelen geplaatst dat deel uitmaakte van de Groep Lichte Vliegtuigen (GPLV). De kisten werden voor velerlei taken gebruikt, zoals transportopdrachten, verbindingswerkzaamheden e.d. Tijdens de winterisolatie van de Waddeneilanden dienden de luchtmacht Beavers voor de dagelijkse post- en passagiersverbinding met de vast wal, net als daarvoor de Austers! Ook zijn de toestellen tijdens zeer strenge winters ingezet voor het voederen van vee en vogels die niet meer bij machte waren zelf voedsel te zoeken.
Ook zijn de Beavers in te richten voor vervoer van zieken of gewonden in welk geval er ruimte was voor twee stretchers. Af en toe werd de Beaver ingezet voor dropping van parachutisten.