Kapitein G.J. Wulfhorst van de KNIL-Mobiele Eenheid (vechtwagens)
portret
Kapitein G.J. Wulfhorst in zijn KNIL-vechtwagenuniformVia de nalatenschap van F.J.H.Th. (Frans) Smits kwam het Legermuseum in het bezit
van een studiofoto (afmeting 30 x 18,5 cm) van kapitein G.J. Wulfhorst. Hij is afgebeeld
in het grijsgroene vechtwagenuniform model 1941, bestaande uit een hemd met
bijbehorende rijbroek en beenkappen. Hij draagt hierbij de zwarte vechtwagenmuts
met een opmerkelijk embleem, te weten dat van het Britse Royal Tankregiment en niet
het gangbare vechtwagenembleem. Waarschijnlijk heeft hij dit embleem geruild of
uit erkentelijkheid gekregen van een Britse collega-officier tijdens zijn militaire missie
in Noord-Afrika of toen een eskadron van het Engelse 3rd King’s Own Hussars op 25
januari 1942 Java met 16 lichte tanks kwamen versterken. De Hussars hadden tot in de
jaren twintig een eigen baretembleem dat werd vervangen door het embleem van het
Royal Tankregiment. Overigens is niet duidelijk hoe Smits aan de foto is gekomen. Kapitein
Wulfhorst heeft in ieder geval vanwege zijn vechtwagenuniform model gestaan
voor een door Smits getekende uniformplaat uit 1993. De portretfoto moet Wulfhorst
na 26 mei 1941 hebben laten maken in een fotostudio op Java.
Gerhardus Jacobus Wulfhorst begon zijn militaire carrière op 4 september 1922 toen
hij zich vrijwillig als cadet op de Cadettenschool aanmeldde. Zijn officiersopleiding
aan de KMA voltooide hij in Breda voor het wapen der infanterie. Na anderhalf jaar
dienst als tweede luitenant bij de Koloniale Reserve in Nijmegen te hebben vervuld
vertrok Wulfhorst in oktober 1927 met het stoomschip Johan de Witt naar Nederlands-
Indië. Na zes jaar voornamelijk dienst te hebben gedaan op de Buitengewesten
(Molukken) ging hij met 8 maanden verlof terug naar Nederland. Op 9 augustus 1934
kwam hij weer terug in Indië en werd bij het XIIe bataljon te Meester Cornelis, Batavia,
geplaatst. Daarna volgden overplaatsingen naar verschillende eenheden, onder andere
bij de afdeling wielrijders en het 1e eskadron cavalerie.
Op 4 juli 1938 kreeg hij het commando over de Proefafdeling Vechtwagens, een experimentele
eenheid van het KNIL bestaande uit kleine tweepersoons tanks van het type
Vickers Carden Lloyd, die eerder op 15 december 1937 was opgericht. Toen in verband
met de oorlogsdreiging in Europa en Azië vanaf 1936 niet langer bezuinigd werd op
het Indische defensiebudget, kon allerlei oorlogsmaterieel (zoals tanks, vliegtuigen
enzovoort) worden aangekocht. In die periode, om precies te zijn op 30 april 1939,
werd Wulfhorst bevorderd tot kapitein en nog in datzelfde jaar tot commandant van
het Bataljon Vechtwagens.1
Door de enorme verruiming van het defensiebudget waren er bestellingen gedaan
van honderden tanks, waardoor de Proefafdeling noodzakelijkerwijs opging in het
Bataljon Vechtwagens en vechtwagenpersoneel bij de infanterie moest worden
geworven.2
Voordat de strijd goed en wel uitbrak vertrok kapitein Wulfhorst op 25 maart 1941
voor een militaire missie naar het oostelijk deel van Noord-Afrika (veldtochten in Erithrea
en Abassinië tussen het Britse en Italiaanse leger) en keerde daarvan op
26 mei 1941 terug.3
In verband met de dreigende oorlog in de Pacific werden de honderden bestelde en
betaalde tanks maar mondjesmaat afgeleverd. De geallieerde wapenfabrieken gaven
de prioriteit aan de eigen defensie en de oorlog in Europa. Hierdoor werd het Bataljon
Vechtwagens niet meer dan een zuivere opleidingseenheid enwerd de operationele
fase nimmer bereikt. Eind december 1941 werd uit het Bataljon Vechtwagens de
Mobiele Eenheid opgericht waarvan kapitein Wulfhorst op 27 december 1941 het
commando kreeg. Deze eenheid bestond onder andere uit vechtwagens (lichte tanks),
pantserwagens en gemechaniseerde infanterie.4
Als het KNIL op 8 maart 1942 capituleert wordt kapitein Wulfhorst in Bandoeng door
de Japanners krijgsgevangen gemaakt. Op 15 augustus 1945 wordt hij bevrijd in
Tamuan, Thailand (toen nog Siam). 5
Captain G.J. Wulfhorst in his ‘armoured vehicle’ uniform of the Royal Netherlands East Indies Army
G. J. Wulfhorst started his military career on 4 September 1922 as a cadet, after which
he studied at the Royal Military Academy (KMA) in Breda to become an officer. He
worked for a year and a half as second lieutenant with the colonial reserves in Nijmegen.
He went to the Dutch East Indies in October 1927, where he worked for six years,
mainly in the Moluccas. After eight months’ leave in the Netherlands, he returned
to the Indies in August 1934, where he was placed in the XII battalion in Meester
Cornelis, Batavia, working in various units. On 4 July 1938 he was placed in command
of the experimental department ‘Vechtwagens’ (armoured vehicles) of the KNIL (Royal
Dutch East Indies Army), consisting of small two-person tanks of the Vickers Carden
Lloyd type. He became captain on 30 April 1939 and later that year commander of the
Battalion Vechtwagens. Due to an enormous increase in the defence budget, hundreds
of tanks were purchased and the experimental department became a battalion.
However, because of World War II, allied weapon producers preferred supplying their
weapons and tanks for the war in Europe rather than to the Dutch East Indies. Therefore,
the Battalion Vechtwagens’ task remained a merely educational one and it never
became operational, even though it comprised over 35 officers and 500 soldiers.
This image shows the uniform of the Battalion Vechtwagens, worn by G.J. Wulfhorst.
There is one remarkable detail: the cap is decorated with an emblem of the British
Royal Tank Regiment and not one of the Battalion Vechtwagen. Wulfhorst probably acquired
this emblem during his military mission in North Africa, where he was stationed
for two months in 1941. Wulfhorst was captured in March 1942 by the Japanese and
was liberated in August 1945.
1 Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH), Den Haag, collectie nr. 431, 1526 G.J.
Wulfhorst
2 C.A. Heshusius, KNIL-cavalerie 1814-1950, geschiedenis van de cavalerie en pantsertroepen van
het Koninklijk Nederlands-Indische Leger, (Den Haag z.j. ) 40, 41
3 NIMH, collectie nr. 431, 1526 G.J. Wulfhorst
4 Heshusius, KNIL-cavalerie 1814-1950, 40-47, 60
5 NIMH, collectie nr. 431, 1526 G.J. Wulfhorst
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 140-143)