Piek met vierzijdige punt op huls met sierknoop en twee ingelegde veren op achtzijdige stok, 1600-1700.
piek
Te zien in het museum:M.15.00.23Q.03
De kop is uit één stuk ijzer dat uit drie delen bestaat: (1) een lange smalle steekkling van vierkante doorsnede, taps naar de punt aflopend, staande met zijn basis op (2) een sierknoop (ruitvormig in zijaanzicht, met rondom een ringband met schuine groeven), gevolgd door (3) een taps huis van meervlakkige doorsnede en rondom gegraveerd met drie horizontale groeven. Uit het huis ontspringen aan voor- en achterzijde twee veren, de een korter dan de ander, ieder met zeven spijkers aan de stok bevestigd. Op een van de vlakken van de kling onderaan een ingeslagen zwartmerk in de vorm van een kopspijker (zie tekening).Elke veer is bij een der nagels gebroken. Troso (1988), Le armi in asta (zie bibliografie) dateert een soortgelijk wapen, dat hij een quadrellone noemt, op eind 15e begin 16e eeuw. Volgens Waldman (2005), Hafted Weapons (zie idem) p. 151-154 heette de quadrellone in het Duits Brechspiess, Engels breach pike and Frans pique de brèche. Als er een piatello (schijfje) op zit, dat onder de kling is gemonteerd, hebben we volgens de genoemde schrijvers te maken met een Ahlspiess (Duits) of een awl-pike (Engels) of, zoals de Italiaanse naam luidt: puntone a piatello (“punt-met-schijf”). Aan de spies van het Legermuseum is onmogelijk te zien of daar ooit wel of niet een schijf op heeft gezeten maar waarschijnlijk niet. Voor het onderhavige wapen stellen wij de voorlopige naam van “stangspies” voor, een benaming die in ieder geval het voordeel heeft dat hij fenomenologisch is.
Totale lengte: 217 cm / Lengte kling plus sokkel: 40 cm / Grootste breedte kling: 14 mm
Oude inv.nrs.: i.8449/Ca.91 & L.713
Aankoop uit de collectie van George De Bruyne, Antwerpen, in 1963
Breach pike, early 16th century
Inv.no. 011513
With one-piece iron head comprising (1) a long, narrow stabbing blade of square section, tapering off towards the point, its base standing on (2) a decorative button (rhomboidal in side view and encircled by a rib with slanting grooves), the button being on top of (3) a tapering socket of multi-sided section and engraved in the round with three horizontal grooves. From the socket extend downwards two feathers, one shorter than the other, each affixed to the pole by seven nails. On one of the faces of the blade underneath is struck the black mark of a clout (nail with wide flat head) (see drawing).
Each feather is broken at one of the nails. Troso (1988), Le armi in asta (see bibliography) dates a similar weapon, which he calls a quadrellone, to end of 15th-early 16th century. According to Waldman (2005), Hafted Weapons (see ibidem) the quadrellone is called Brechspiess in German, breach pike in English and pique de brèche in French. When it has a piatello (small disk) mounted underneath the blade we are, according to these authors, dealing with an Ahlspiess (German) or an awl-pike (English) or, as the Italian name is, puntone a piatello (“point-with-disk”). It is impossible to see from the Legermuseum’s pike whether or not it ever had a disk but it probably did not.
Overall: 217 cm / Length of blade including the socket: 40 cm / Greatest width of blade: 14 mm
Former inventory numbers: i.8449/Ca.91 & L.713
Purchased from the collection of Mr George De Bruyne, Antwerp, in 1963