Vaandeldragers met oranje vaandels, infanteristen met bajonetgeweren in verschillende posities, ruiters en schietende infanteristen
figuur
Standvastige tinnen soldatenUit onderzoek is gebleken dat als kinderen geen ‘vecht- of avonturenspeelgoed’ hebben,
bijvoorbeeld omdat de ouders daar principiële bezwaren tegen hebben, ze het
zelf maken.1 Het krijgerwezen zit in onze genen. De productie van militair speelgoed,
waaronder figuurtjes van militairen, dateert dan ook al uit de Oudheid. Overigens hebben
modelfiguren van militairen ook een andere geschiedenis. Het was al bekend dat
prins Maurits zich met tinnen soldaatjes voorbereidde op de strijd, maar onlangs bleek
dat de stoere commando Marco Kroon, de jongste Nederlandse ridder in de Militaire
Willems-Orde, anno nu plastic soldaatjes gebruikt om mee te oefenen.2 Modelfiguren
worden dus ook al eeuwen gebruikt door militairen om zich voor te bereiden op de oorlog.
Het Legermuseum bezit een collectie modelfiguren die representatief is voor de
westerse productie vanaf het einde van de achttiende eeuw tot de twintigste eeuw.
Uit genoemde periode zijn zowel zogeheten platte, halfplatte als driedimensionale
soldaatjes van tin, papier en composietmaterialen aanwezig, evenals speelgoedfiguren
enerzijds en vitrinefiguren of figuren die kunnen worden gerekend tot het zogeheten
volwassenenspeelgoed anderzijds.
Net als bij andere deelcollecties, bestaat de collectie niet uitsluitend uit modelfiguren
van Nederlandse militairen. Er worden figuren aangetroffen van de meest uiteenlopende
legers. Dit heeft twee oorzaken. Ten eerste hebben de meeste figuren waarmee
door kinderen werd gespeeld betrekking op de grote Europese legers en hun oorlogen,
zoals de napoleontische oorlogen, de Frans-Duitse oorlog, de Eerste Wereldoorlog,
enzovoort. Ten tweede heeft Nederland nauwelijks een traditie op het gebied van
de fabricage van modelfiguren. Modelfiguren waren vooral in de negentiende eeuw
een typisch Duits product, afkomstig uit de omgeving van Neurenberg vanwege de
daar aanwezige tin als grondstof. Vervolgens ontwikkelden ook Frankrijk en Groot-
Brittannië zich tot belangrijke producenten. Met name de Britains figuren zijn bekend.
Maar er werd in Nederland uiteraard wel gespeeld met modelfiguren, vandaar dat ze
werden geïmporteerd. Terwijl vader en moeder in volksbladen als De Katholieke Illustratie
en Eigenhaard en aan de hand van talloze boeken in beeld en geschrift werden
geïnformeerd over de vele oorlogshaarden in de wereld, konden de kinderen, en misschien
hun vaders ook, de oorlogen in het klein naspelen met hun tinnen miniaturen
van alle mogelijke legers.
Het bijzondere van de collectie van het Legermuseum is, dat deze niettemin relatief
veel figuren bevat van het Nederlandse leger. Naast twee zeer bijzondere collecties
figuren van vermoedelijk Nederlands fabrikaat uit omstreeks 1800 en 1830, bestaande
uit platte tinnen figuren van 30 mm voorstellende Nederlandse militairen uit circa
1795, respectievelijk platte tinnen figuren van 60 mm van Nederlandse militairen en
schutters uit circa 1830, betreft het veelal buitenlandse figuren van dito militairen die
speciaal zijn vervaardigd of aangepast. Het was in verband met de beperkte afzetmarkt
voor buitenlandse fabrikanten waarschijnlijk niet lucratief om Nederlandse
figuren te maken. Zo zien we platte tinnen soldaatjes van 30 mm uit circa 1850 van
de bekende firma Allgeyer uit Fürth, bij Neurenberg, die oorspronkelijk Schotten,
Engelsen, Pruisen, Fransen, enzovoort voorstellen, maar door middel van een andere
beschildering zijn omgetoverd tot Nederlanders.3 Schotten - zonder rok welteverstaan
- stellen nu Nederlandse grenadiers uit 1830 voor en Franse dragonders uit circa 1850
gaan door voor dezelfde soort cavaleristen uit die periode in Nederland. Geen kind
heeft het ooit gemerkt waarschijnlijk.
Steadfast tin soldiers
The Army Museum holds a collection of model figures that represent the entire production
in the West since the end of the 18th century. The collection contains what are
known as flat, semi-flat, and full-round soldiers made of tin, paper, and composite material,
as well as toy soldiers and show-case figures. Despite the fact that the Netherlands
never had a tradition of manufacturing model figures, the museum has a large
collection of figures of the Dutch army, many of which were specially made and hence
unique, as well as models of foreign soldiers painted in the Dutch uniform colours. This
is what makes this part of the collection so special.
1 Klaas Kornaat, Het is maar spel. Van houten zwaard tot super soaker (Rotterdam z.j.) 28
2 Alfred Staarman, Casper van Bruggen, ‘Kapitein Marco Kroon Ridder Militaire Willemsorde’, in:
Armamentaria. Jaarboek Legermuseum 44 (2009) 268
3 Heinz Schenzle, Sigel-Bestimmungsbuch. Offizine, Herausgeber, Versteller, Graveure, Zeichner
kulturhistorischer flacher Zinnfiguren (Kulmbach 1987) 23
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 254-259)