Geel metalen draaginsigne Dutchbat III
draaginsigne
Te zien in het museum:M.08.01.40K.03.01
Toespraak minister van Defensie bij de bijeenkomst Dutchbat III op maandag 4december 2006.
VOOR ALTIJD VERBONDEN
Inleiding
Ik heet alle Dutchbatters en hun familieleden, nabestaanden, het Reünieverband, het 13e
Infanteriebataljon en de Bond van Oudstoottroepers en Stoottroepers van harte welkom bij
deze bijzondere bijeenkomst. Een woord van welkom ook voor kolonel b.d. Karremans, wiens
aanwezigheid van bijzondere betekenis is voor Dutchbatters en voor ons allen. Kolonel,
welkom in ons midden. Het doet ons allen goed u hier te zien.
De plaquette
De commandant van Dutchbat III heeft samen met enige van de militairen die destijds deel
uitmaakten van het bataljon een plaquette onthuld. In deze gedenkplaat zijn de woorden
"Voor altijd verbonden" gebeiteld. Deze drie woorden brengen verschillende gedachten tot
uitdrukking. Bij deze gelegenheid wil ik daar het volgende over zeggen:
We gaan vandaag terug naar het eerste half jaar van 1995: de maandenlange afgrendeling en,
uiteindelijk, de dramatische val van de enclave Srebrenica. We denken dan aan de
massamoord op 7.000 Bosniërs door troepen van generaal Mladic. Laten we onze gedachten
ook vanmorgen in Assen weer stil laten staan bij de slachtoffers. Deze zwarte bladzijde in de
naoorlogse geschiedenis van Europa zal voor altijd verbonden zijn aan de missie van
Dutchbat III.
Ieder van u, de Dutchbatters van toen, heeft uw eigen herinneringen en uw eigen beleving van
de aangrijpende gebeurtenissen die zich destijds hebben voltrokken. Tegelijkertijd heeft u dit
alles als Dutchbat III samen meegemaakt. U was op elkaar aangewezen en hebt zich samen
door die moeilijke periode heen moeten slaan, soms misschien tegen wil en dank. U bent
daardoor voor altijd verbonden met elkaar.
De val van de enclave en de massamoord die erop volgde, markeerden het failliet van de
pogingen van de internationale gemeenschap om de oorlog in het voormalige Joegoslavië te
beëindigen. Als geen andere eenheid is Dutchbat III jarenlang gebukt gegaan onder de
frustratie en de teleurstelling die het internationale falen teweegbracht, vooral in eigen land.
Dutchbat III, dat was ú. Door de jarenlange bekritisering van Dutchbat III in de media en de
publieke opinie bent u met z'n allen door een diep dal gegaan. Niemand die daarvan beter kan
getuigen dan kolonel Karremans, op wie als geen ander het nationale onbehagen over de
trieste afloop van de missie is afgereageerd.
Voor altijd verbonden bent u ook door Jeffrey Broere en Raviv van Renssen, uw collega's die
in 1995 zijn gesneuveld. De dood van Jeffrey Broere in maart van dat jaar bij een
mortierbeschieting en de dood van Raviv van Renssen in juli door een granaat, zijn ons tot op
de dag van vandaag bijgebleven. Zij kwamen om bij gevechtshandelingen en brachten het
hoogste offer dat een militair kan brengen.
"Voor altijd verbonden" is daarom de tekst die op de plaquette staat die zojuist is onthuld. Ik
spreek de hoop uit dat deze gedenkplaat bij het Stoottroepersmonument "Jan de Stoter" op
deze Johan Willem Friso-kazerne voortaan voor u allen een plaats van samenkomst,
herdenking en herinnering mag zijn. Een ontmoetingsplaats om samen te gedenken en een
plek om zelf stil te staan bij wat u hebt meegemaakt.
Het draaginsigne
Voor altijd verbonden bent u met de dramatische geschiedenis van Srebrenica. Het is een
schande dat de aanstichters van de massamoord - Mladic en zijn politieke baas Karadzic - nog
altijd niet zijn gearresteerd om terecht te staan voor het Joegoslavië-Tribunaal. Dutchbat stond
in die afschuwelijke julidagen in de frontlinie en u stond er in feite alleen voor:
- om een vrede te bewaren die niet bestond;
- om te zorgen voor tienduizenden vluchtelingen die in erbarmelijke omstandigheden
verkeerden;
- met een groot tekort aan voedsel, water en brandstof, vooral omdat de troepen van
Mladic de enclave steeds verder hadden afgeknepen;
- met een beperkt aantal mensen, want een deel van u kon sinds april niet meer
terugkeren naar de enclave door de afgrendeling ervan.
U werd regelmatig beschoten en gebruuskeerd door de Bosnisch-Servische strijdkrachten die
bovendien 55 collega's in gijzeling hielden én u werd belaagd door militairen van het
Bosnische regeringsleger. U beschikte niet over de middelen om de Bosnisch-Servische
troepen een halt toe te roepen en stond in de dagen na de val van de enclave voor onoplosbare
dilemma's en afwegingen. De omstandigheden waren extreem moeilijk, omdat u voortdurend
moest vrezen voor represailles tegen de vluchtelingen en tegen uzelf.
De tragiek van Srebrenica heeft velen van u niet onberoerd gelaten. De gebeurtenissen in
Bosnië en de nasleep in eigen land hebben uw verdere leven beïnvloed, zo niet bepaald. U
kreeg een zware last te dragen: enerzijds de last van het feit dat Dutchbat gedwongen was
geweest de enclave op te geven en de last van de verschrikkingen die u zich in uw nabijheid
voltrokken, anderzijds de last van het feit dat het bataljon na terugkeer verantwoordelijk werd
gehouden voor de massamoord. Miskenning en onbegrip vielen u ten deel.
Jarenlang heeft Dutchbat in een negatief daglicht gestaan en werd u met de nek aangekeken.
Het is u - volstrekt ten onrechte - persoonlijk jarenlang aangerekend dat Dutchbat niet bij
machte was om de val van de enclave te voorkomen en de inwoners te beschermen. Dutchbat
stond vanaf juli 1995 en nog vele jaren daarna alleen, in de steek gelaten. Wat u nog het meest
stak was het gevoel in de steek gelaten te zijn door de politiek die u wel de opdracht had
gegeven voor deze onmogelijke missie.
Een aantal van u had lange tijd te kampen met psychische en lichamelijke problemen,
waardoor het moeilijk was de draad weer op te pakken. Gelukkig hebben echter ook velen van
u de kracht gevonden om door te gaan met hun leven en zijn ze erin geslaagd hun loopbaan
succesvol voort te zetten binnen of buiten de krijgsmacht. Een aantal van u heeft opnieuw
gediend in vredesoperaties, bijvoorbeeld in Irak en Afghanistan. Ik noem als voorbeeld de
overste Matthijssen, die in 2004 een van de SFIR-commandanten is geweest. Ik denk in het
bijzonder ook aan collega's die vandaag afwezig zijn omdat ze nú op uitzending zijn. Het is
fijn dat familieleden of vrienden van hen vandaag wel bij ons zijn.
De Nederlandse samenleving, de politiek en Defensie zelf hebben lang geworsteld met
Srebrenica: de rol van politici, de rol van de internationale gemeenschap én de rol van
Dutchbat. Vele Kamerdebatten en onderzoeken waren noodzakelijk voordat Nederland met
zichzelf in het reine kwam en helder zicht kreeg op hoe het in die afschuwelijke julidagen
werkelijk was gelopen. Lang, veel te lang heeft u daarop moeten wachten. De rapporten van
de Verenigde Naties, het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en de parlementaire
enquêtecommissie wezen uit dat de verantwoordelijkheid voor de massamoord niet mag
worden afgewenteld op de militairen van Dutchbat.
De regering heeft de conclusie van de enquêtecommissie "dat Dutchbat onder zeer moeilijke
omstandigheden, gestuurd door de politiek, een buitengewoon moeilijke taak heeft moeten
uitvoeren en dat de leden van Dutchbat III hun taak naar eer en geweten hebben uitgevoerd"
in 2003 tot de hare gemaakt en zij werd daarin gesteund door de Tweede Kamer. Daarmee
was de rehabilitatie van Dutchbat een feit. Rehabilitatie, zo heb ik destijds ook in het
parlement gezegd, is geen heldenverering; die is uiteraard niet aan de orde. Rehabilitatie is
wel eerherstel; de erkenning van de miskenning dat men onder zeer moeilijke
omstandigheden zijn uiterste best heeft gedaan. Ik ben de heer Herben - hier ook aanwezig -
erkentelijk voor zijn suggestie destijds om dit eerherstel concreet gestalte te geven. De
Staatssecretaris van Defensie heeft diverse ideeën besproken met vertegenwoordigers van
Dutchbat en andere betrokkenen en uiteindelijk hebben wij voor het draaginsigne gekozen om
de rehabilitatie gestalte te geven.
U - alle leden van Dutchbat III, het personeel dat in de enclave werkzaam was en personeel
dat zich in de enclave bevond - krijgt allen vandaag het speciale draaginsigne opgespeld.
Enerzijds als zichtbare erkenning voor het feit dat u in Srebrenica een buitengewoon moeilijke
taak naar eer en geweten hebt uitgevoerd en anderzijds voor het feit dat Dutchbat jarenlang
ten onrechte verantwoordelijk is gehouden voor de val van de enclave. De rehabilitatie die wij
vandaag gestalte geven, is ruim drie jaar geleden in de plenaire vergaderzaal van ons
parlement uitgesproken en wordt politiek breed gedragen. Ik ben ervan overtuigd dat dit zich
ook uitstrekt tot de Nederlandse samenleving. Nederlandse militairen zetten zich in voor
vrede en veiligheid namens en voor ons allemaal. Daarvoor verdienen zij het respect van de
Nederlandse samenleving. Dat geldt óók voor u.
Ik wil mij bij deze gelegenheid ook richten tot de familieleden en de relaties van militairen en
oud-militairen van Dutchbat III, die in juli 1995 in grote onzekerheid verkeerden en in de
jaren daarna ook de negatieve berichtgeving hebben moeten ondergaan. Tegelijkertijd bent u
uw zoon, dochter, echtgenoot of echtgenote tot steun geweest door hen met raad en daad
terzijde te staan en door troost te bieden op momenten dat het teveel werd. Het moeten ook
voor u zeer moeilijke jaren zijn geweest. Ik heb respect en bewondering voor u en hoop dat
het draaginsigne ook voor u van betekenis mag zijn.
Na 1995 zijn Nederlandse militairen nooit meer op dezelfde wijze en onder vergelijkbare
voorwaarden als Dutchbat op pad gestuurd. Den Haag heeft de nodige lessen geleerd, al
waren het voor Dutchbat wel duurbetaalde lessen. Veel is er veranderd na 1995: geen dubbele
"sleutels" in de commandolijn, een scherpere toets op de haalbaarheid van vredesoperaties,
sterk verbeterde inlichtingencapaciteit, betere bewapening én betere nazorg.
De opvang na uitzendingen, aandacht voor het thuisfront en professionele psychosociale zorg
zijn de afgelopen jaren sterk ontwikkeld, mede naar aanleiding van de ervaringen van
Dutchbat. Het in 2002 opgerichte Veteraneninstituut speelt hierbij een belangrijke rol.
Defensie heeft een permanente zorgplicht voor de militairen en oud-militairen van Dutchbat
III. Met behulp van de nieuwe veteranenadministratie kan Defensie deze plicht nog beter
nakomen. Al deze veranderingen ten goede dragen ertoe bij dat Nederland anno 2006 grondig
voorbereid aan crisisbeheersingsoperaties deelneemt.
Het 13e Infanteriebataljon heeft al deze ontwikkelingen in de afgelopen jaren meegemaakt.
Het bataljon is in 1999 nogmaals ingezet in Bosnië en in 2004 in de provincie Al Muthanna in
Irak. Het doet mij veel deugd dat de militairen die nu deel uitmaken van het 13e bataljon bij
deze bijeenkomst aanwezig zijn. Volgend jaar gaat het bataljon naar de provincie Uruzgan in
Afghanistan, onder leiding van de overste Groen, en ik heb er alle vertrouwen in dat hij en
zijn manschappen de opdracht daar uitstekend zullen vervullen.
Mijn eerste reis als minister van Defensie bracht mij in Srebrenica, ter voorbereiding op het
debat over de parlementaire enquête. Vandaag, ruim drie jaar later, aan het einde van deze
kabinetsperiode, zijn wij bijeen om de rehabilitatie die toen is uitgesproken concreet gestalte
te geven. Het doet mij veel genoegen om de leden van het 13e infanteriebataljon uit 1995 een
draaginsigne te mogen uitreiken. De draagspeld vormt de voltooiing van het eerherstel van
Dutchbat. Ik hoop dat u het als zodanig herkent en het daarom zult dragen.