La Gerusalemme liberata
Een reliek uit de Russische veldtocht?Kort voor het begin van het tweehonderdste gedenkjaar van de Russische veldtocht
wist het Legermuseum een heel bijzonder object te verwerven dat daaraan herinnert.
Het betreft een boek met twee intrigerende inscripties.1 Voorin het boek staat: ‘Ce livre
trouvé au pont du Berezyna 29 nov 1812 jour de ma captive par les russes’, en achterin:
‘Trouvé ce livre au pont de Borison le jour de ma prise par les russes’. De inscripties,
met de Nederlandse betekenis dat het boek op 29 november 1812 werd gevonden op
de brug over Berezina toen de vinder werd gevangengenomen, zijn ondertekend met
‘Geisweit van der Netten capn au 11me hussards’ en ‘Van der Netten’. Het gaat hier, zo
blijkt tevens uit vergelijking van zijn handschrift, om Anthonie Cornelis Geisweit van
der Netten (1772-1847), gepensioneerd als generaal-majoor. Geisweit van der Netten
diende als officier in het Staatse, Bataafse, Hollandse, Franse en Nederlandse leger en
doorliep een zeer interessante militaire carrière. Hij leverde bovendien een belangrijke
bijdrage aan de militaire theorie en het militair onderwijs in Nederland in het eerste
kwart van de negentiende eeuw. Onder zijn vele geschriften bevinden zich enkele
invloedrijke werken.2
In 1807, tijdens het Koninkrijk Holland (1806-1810), werd Geisweit van der Netten geplaatst
bij het 2e Regiment Huzaren met Zutphen als garnizoensplaats. Na de inlijving
van het Koninkrijk Holland bij het Franse Keizerrijk in 1810 werd het Nederlandse leger
onderdeel van Napoleons Grande Armée, en kreeg zijn regiment de naam 11ème
Régiment Hussards, met als garnizoensplaats Arras. In 1812 werd het 11ème Régiment
Hussards voor deelname aan de Russische veldtocht ingedeeld bij de 9de lichte
brigade cavalerie. Geisweit van der Nettens ongepubliceerde geschriften over zijn
deelname aan de Russische veldtocht berusten bij het Nationaal Archief in Den Haag.3
Zijn regiment werd na de ontruiming van Moskou op de terugtocht ingedeeld bij de
achterhoede. Op 28 november bereikte hij de Berezina. Hij zwom deze rivier deels te
paard over, maar werd gevangengenomen door de Russen. Samen met nog dertig
officieren werd hij overgebracht naar Czarnojar, aan de Kaspische Zee. Het verblijf
aldaar was verre van aangenaam, maar hij had er wel gelegenheid om aantekeningen
te maken over de veldtocht en paardenrassen. Dit laatste was een van zijn stokpaardjes,
eenmaal terug in Nederland schreef hij diverse boeken over paarden. Maar zover
was het nog niet. Geisweit van der Netten zou pas worden vrijgelaten op 14 mei 1814,
waarna hij nog een lange terugreis voor de boeg had. Hij keerde niettemin op 7 september
terug bij zijn gezin.
Het boek waar de inscripties van Geisweit van der Netten in staan betreft een
Italiaanse pocketuitgave van De bevrijding van Jeruzalem (La Gerusalemme liberata)
van Torquato Tasso uit 1797/1798. Tasso, die leefde van 1544-1595, wordt samen
met Dante, Petrarca en Ariosto beschouwd als een van de grootste schrijvers van de
Renaissance. Zijn boek over de bevrijding van Jeruzalem verscheen oorspronkelijk in
1575. De Nederlandse dichter Joost van den Vondel vertaalde La Gerusalemme liberata
al in 1632 in het Nederlands. Het boek werd daarna nog meerdere keren opnieuw
vertaald in het Nederlands en is tot op de dag van vandaag, zowel in het Nederlands
als in vele andere talen, nieuw leverbaar.
De inscripties van Geisweit van der Netten in dit boekje stellen ons voor verschillende
raadsels. Het toeval wil namelijk dat Geisweit van der Netten een bijzondere belangstelling
had voor het werk van Torquato Tasso. Zo schreef hij in een brief aan zijn
echtgenote, gedateerd Venlo den 29. januari 1812 (op de marschroute van Arras naar
Osnabrück, waar paarden gereed stonden): ‘Ik heb te Maestricht een amplete gedaan,
die my veel genoegen schenkt teweten een Tasso Jerusalem delivré met de fransche
overzetting woordelijk tusschen iedere regel, drie deelen in fransche banden voor 3
franken; met hulp daarvan zal ik de Italiaansche digters compleet leren verstaan, dat
geeft mij een aangename uitspanning’. Op basis van deze gedetailleerde beschrijving
kan worden vastgesteld dat het hier niet dezelfde uitgave betreft als het exemplaar
met de inscripties. Het lijkt zeer onwaarschijnlijk dat Geisweit van der Netten toevallig
ook een exemplaar van dit werk heeft gevonden toen hij aan de Berezina stond.
Bovendien is bekend dat de krijgsgevangenen werden beroofd van hun spullen.
Dat Geisweit van der Netten daar waarschijnlijk ook aan heeft moeten geloven, kan
worden opgemaakt uit zijn jammerklacht in een brief aan zijn echtgenote, gedateerd
25 april 1814: ‘Het grootste gemis dat ik lijde is aan boeken, wijl geen der inwoners iets
anders dan russisch verstaat’.4 Hieruit kan worden opgemaakt dat Geisweit van der
Netten het boekje niet meer in zijn bezit had. Maar misschien sprak hij in algemene
termen, en bezat hij zelf nog wel enkele boeken, waaronder het boekje met de inscripties,
dat makkelijk past in een zak van een jas. Opmerkelijk blijft dan dat hij toevallig
een boekje heeft gevonden van zijn favoriete schrijver, zij het dat Torquato Tasso ook
in die tijd nog erg populair was.
Het is overigens niet waarschijnlijk dat Geisweit van der Netten het boek zonder enige
bescherming op de brug heeft zien liggen. Daarvoor is de conditie van het boekje te
goed met het oog op de slechte weersomstandigheden en de chaos die er moet zijn
geweest. Het boek zat misschien in een achtergelaten ransel of kledingstuk van een
andere militair.
Het boekje is door aankoop in het bezit gekomen van het Legermuseum via de familie
van F.J.H.Th. Smits (1915-2006). Smits was oud-administrateur van het Ministerie van
Defensie en esthetisch adviseur van de minister van Defensie, en in diverse hoedanigheden
jarenlang verbonden aan het Legermuseum. Hij heeft privé een omvangrijke
hoeveelheid militair-historische boeken en documentatie nagelaten, in het bijzonder
aangaande het Nederlandse leger en zijn uniformen. Deze collectie is deels openbaar
verkocht en deels geschonken aan en aangekocht door het Legermuseum. Sindsdien
is dit boekje de tweede nakomeling uit de collectie van Smits, afkomstig van zijn
kinderen. Smits had het tussen 1945 en 1950 voor zijn verjaardag gekregen van W.A.
Kramers, toenmaals persvoorlichter van het ministerie van Defensie. Laatstgenoemde
kocht het boekje op de Haagse boekenmarkt.
A relic from Napoleon’s Russian campaign?
Just before the start of the Russian campaign bicentennial, the Army Museum acquired
a particular object recalling this campaign, a book in which is written that it
was found on 29 November 1812 on the bridge over the Berezina river. The inscription
is signed by Anthonie Cornelis Geisweit van der Netten (1772-1847) who did indeed
take part in Napoleon’s Russian campaign as a Dutch officer in French service and it is
in fact his handwriting. The book is a late 18th-century Italian paperback edition of The
Liberation of Jerusalem (La Gerusalemme liberata) by the famous Italian Renaissance
writer Torquato Tasso (1544-1595). The inscription in the book raises several questions,
but so far there is no reason to doubt its authenticity and accuracy.
1 Het betreft: Torquato Tasso, La Gerusalemme liberate (Avignon, Vedova Seguin, jaar 6 Franse
Republikeinse kalender, 1797/1798) deel 3 en 4 (in een band)
2 Zie: Louis Ph. Sloos, Gewapend met kennis. 500 jaar militaire boekcultuur in Nederland (Nijme
gen 2012) passim. Cees Hofsteenge werkt aan een boek over Geisweit van der Nettens ongepubliceerde
geschriften met betrekking tot zijn deelname aan de Russische veldtocht, en
zal tevens aandacht besteden aan de persoon in het algemeen
3 Zie over zijn herinneringen: Louis Ph. Sloos, ‘Dagboeken van Nederlandse Rusland-veteranen’,
in: Genealogie. Tijdschrift voor familiegeschiedenis 3 (2010) 18-21
4 Nationaal Archief, Den Haag, Archief van de familie Geisweit van der Netten, 1619-1942, Toegang
nr. 2.21.067. Een niet eigenhandig geschreven document, getiteld Verdere lotgevallen
van Cap. C.A. Geisweit van der Netten, ontleend aan brieven die Geisweit van der Netten uit
krijgsgevangenschap in Astrakan zond aan zijn echtgenote. Met dank aan Cees Hofsteenge
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 266-269)