[Oranda kangun no fukushoku oyibi gunzō ryakuzu = Uniformen kleuren en geschetste militaire uitrustingen van het officiële Nederlandse leger]
handschrift
Nederlandse uniformen voor het leger van de Shogun van JapanDe onderhandelingen met de Amerikaanse commodore M. Perry over de openstelling
van Japan (1853-1854) werden in het Nederlands gevoerd.1 Het eerste Nederlandse
gezantschap naar Japan zette in 1609 voet aan wal in Hirado. In die tijd bedienden
de Nederlanders zich voor hun contacten met de Japanners van het Portugees als
lingua franca. Vooral in de tweede helft van de achttiende eeuw werd kennis van het
Nederlands belangrijk. Het Nederlands werd zelfs de officiële taal voor het onderhouden
van buitenlandse contacten, hetgeen tot 1870, twee jaar na de Meji-restauratie, zo
is gebleven.
Behalve in de Nederlandse taal waren de Japanners geïnteresseerd in Nederlandse, en
in bredere zin Westerse kennis, op met name militair gebied. Deze interesse ging ver
terug. Zo blijken de Japanners goed bekend te zijn geweest met de westerse artillerie
vanaf het begin van de zeventiende eeuw.2 In de jaren 1856-1866 bereikte de belangstelling
voor het Nederlandse krijgswezen in Japan een hoogtepunt, en stond de Nederlandse
Landmacht zelfs model voor het leger van de Shogun, de militaire heerser
van Japan (tot 1868).3 Tal van Nederlandse militaire boeken werden toen vertaald in
het Japans.
Zo verscheen in 1858 een werk getitel Oranda kangun no fukushoku oyibi gunzō
ryakuzu, letterlijk: ‘Uniformen kleuren en geschetste militaire uitrustingen van het
officiële Nederlandse leger’.4 Het betreft een vertaling van Masatami Yamawaki die
is uitgegeven door de Kobu Juku, een particuliere militaire academie, opgericht op
Akasaka, Edo in 1851. Uit de afbeeldingen blijkt direct dat we hier te maken hebben
met een beknopte vertaling inclusief afbeeldingen van het bekende Nederlandse
uniformprentenboek Beschrijving hoedanig de Koninklijke Nederlandsche troepen en alle
in militaire betrekking staande personen gekleed, geëquipeerd en gewapend zijn uit 1823
van Jan Frederik Teupken.5 De Japanse vertaling is wel veel eenvoudiger. Zo zijn de
49 grote gedetailleerde uniformprenten uit de Nederlandse versie teruggebracht tot
kleine eenvoudige afbeeldingen, zodat er telkens negen op een blad konden worden
afgebeeld.
Van voornoemd werk zijn meerdere exemplaren bekend, niet alleen in Japan, maar
ook onder meer bij het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden en bij Brown
University in de Verenigde Staten. Het Legermuseum bezit een vergelijkbaar werk
waarvan maar een exemplaar bekend is.6 Het betreft een Japanse kopie van Teupken
in de vorm van een handschrift met originele tekeningen van alle 51 gekleurde platen
in het origineel, plus het frontispice. Bovendien zijn de tekeningen uitgevoerd op het
oorspronkelijk folioformaat.
Het album komt van het Gezantschap der Nederlanden in Tokio, zo blijkt uit een stem-
pel op het laatste blad. Het handschrift bevat echter ook een inscriptie in het Japans
met de tekst ‘Oranda Kōshikan’, oftewel: Nederlands gezantschap.7
Gezien dit laatste is het niet ondenkbeeldig dat het Nederlands gezantschap dit
handschrift heeft laten maken door een Japanse kunstenaar op basis van een exemplaar
van het boek van Teupken, dat voor dit doel werd meegenomen naar Japan, om de Japanners
ter wille te zijn.
Dutch uniforms for the Shogunate army of Japan
The negotiations with the American commodore Perry about the opening
of Japan (1853-1854) were held in Dutch. The first Dutch legation
arrived in Japan as early as 1609, and especially in the second half of the 18th century,
the Dutch language became important, even becoming the official language for maintaining
contacts with foreign relations. This remained so until 1870, two years after
the Meiji Restoration. Besides the Dutch language, the Japanese were also interested
in Dutch and Western knowledge in general, especially with regard to the art of war.
The most remarkable product of this interest is probably a Japanese copy dating from
the period between 1856 and 1866 of a Dutch uniform plate book from 1823. The
Japanese copy contains text and reproductions of all 51 plates including the captions
in the printed Dutch version, likewise in folio format.
1 Frits Vos, ‘De Nederlandse taal in Japan’, in: Margot E. van Opstall, e.a., Vier eeuwen Nederland-
Japan. Kunst-wetenschap-taal-handel (Lochem 1983) 57
2 Pauljac Verhoeven, ‘Western military technology in Japan: A preliminary investigation’, in:
Robert Douglas Smith, (red.), Icomam 50. Papers on arms and military history 1957-2007
(Leeds 2007) 401
3 Zie hierover: Xavier G.J. Bara, Leger: Dutch Land Forces and the Dutch Model for the Shogunal
Army, 1856-1866 (Osaka 2012)
4 Vertaling van: ‘Uniforms colors and sketched military equipments of the official Dutch army’,
cit. in: Kazuhiko Shiraiwa, ‘Oranda gunsozu (Dutch military costumes and equipments illustra
ted)’, in: National Diet Library Newsletter, no. 172 april (2010), zie: www.ndl.go.jp/en/publica
tion/ndl_newsletter/172/721.html
5 H. Kerlen, Catalogue of pre-Meiji Japanese books and maps in public collections of the
Netherlands. Japonica Neerlandica. Monographs of the Netherlands Association for Japanese
studies, volume VI (Amsterdam 1996) Nr. 1276
6 Het betreft: [Oranda kangun no fukushoku oyibi gunzō ryakuzu = (letterlijk) Uniformen kleuren
en geschetste militaire uitrustingen van het officiële Nederlandse leger] [Japan, 1856-
1866] Handschrift, 52 folia met tekeningen in kleuren in een omslag bekleed met blauwe
zijde
7 Met dank aan collega Koos Kuiper van de Universiteitsbibliotheek Leiden, voor het vertalen
van verschillende Japanse teksten
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 194-199)