Portret van majoor Landzaat
portret
Te zien in het museum:M.07.01.39Q.02.S12
‘Tot de laatste man en de laatste kogel’Mevrouw Landzaat ging op 17 mei 1940 naar de Grebbeberg om te gaan zoeken naar
haar man, majoor der Infanterie W.P. Landzaat, die als commandant van het 1e Bataljon
van 8RI vermoedelijk was gesneuveld in de hevige strijd die daar had gewoed op
13 mei 1940. Zijn commandopost (CP) was gevestigd pal achter de stoplijn, in een
paviljoentje ten zuiden van Ouwehands Dierenpark. Onder het puin van het zwaar
gehavende restaurantje vond zij de verkoolde resten van haar echtgenoot, die zij kon
herkennen aan zijn trouwring. Zoekend rond de voormalige commandopost had zij
ook een handgeschreven notitie van hem aangetroffen:
J 22 13-5-’40 8.15
Vijand bevindt zich nog
altijd tegenover de stoplijn
maar is hier en daar met
zwakke afdeelingen, voorzien
van infanteriegeschut door-
gedrongen. Schutters in boomen
bevinden zich tegenover mijn
CP. Een vij[andelijke] afdeeling ter sterkte
Van ± een groep werd door de
bezetting van mijn CP terugge-
wor[pen]
J22
Het bericht plakte zij naderhand in een schrift, samen met krantenberichten aangaande
de verloren strijd rond de Grebbeberg en foto’s van na de strijd. Bij het
situatierapport schreef zij in het schrift: ‘Moet één van zijn laatste berichten aan
de regimentscommandant zijn geweest. Werd door mij op 17 mei 1940 in de stelling
gevonden. W.G. Landzaat- vd Nieuwenhuizen’.
Al tijdens de mobilisatie had majoor Landzaat regelmatig aangegeven dat voor hem
de verdediging van de Grebbelinie tot het uiterste standhouden betekende. Het
zwaartepunt van de centrale Duitse aanval richting Vesting Holland kwam onvermijdelijk
op de Grebbelinie te liggen. Nadat op 10 mei de grens was overschreden
werden op 11 mei de voorposten van de Grebbelinie door Duitse SS-eenheden van SS
Standarte Der Führer opgerold. Op 12 mei wisten de Duitsers door de verdedigingsli-
nie te dringen en kwam ook de stoplijn, bovenop de Grebbeberg gelegen, onder vuur
te liggen. Eén van de bekendste uitspraken van majoor Landzaat zou zijn geweest
‘Standhouden achter de puinhopen!’, toen hem die dag werd gemeld dat de stellingen
aan puin werden geschoten. Toen één van zijn mannen suggereerde om terug
te trekken antwoordde hij: ‘Ik ben aangewezen om de Grebbeberg te verdedigen. We
zullen dit doen tot de laatste man en de laatste kogel’. In de loop van de ochtend van
13 mei 1940 werd de stoplijn definitief doorbroken door Duitse infanteristen van 322.
Infanterieregiment en raakte zijn commandopost langzamerhand omsingeld. Met zestien
man onder zijn commando werd het feitelijk zwakke gebouwtje zo lang mogelijk
verdedigd.
Ondanks het feit dat het gebouwtje zwaar werd bestookt door onder andere zware
mitrailleurs en veldgeschut wisten zij zwak bewapend de verdediging vol te houden
tot de munitie vrijwel op was. Met nog vier man om zich heen gaf hij hen de opdracht
te trachten eigen troepen te bereiken en besloot met de woorden: ‘Jullie hebben als
helden gestreden, mijn dank’. Nadat de laatste was vertrokken is hij vermoedelijk
met het pistool in de hand de vijand tegemoet getreden. Zijn lichaam was gevonden
buiten de zuidelijke zijde van het paviljoen. Majoor Landzaat werd volgens Koninklijk
Besluit 09-05-1946 Nr. 6 postuum onderscheiden met de hoogste Nederlandse
dapperheidsonderscheiding, de Militaire Willems-Orde. De onderscheiding van deze
dappere militair staat symbool voor de dramatische strijd rond de Grebbelinie.
‘To the last man and the last bullet’
On 17 May 1940, three days after German forces took the Grebbeberg line after fierce
fighting, Mrs Landzaat-van de Nieuwenhuizen found the burned remains of her
husband, Major of Infantry W.P. Landzaat, near his former command post. She also
found what probably was his last situation report to his regimental commander. Major
Landzaat personally led the last stand at this surrounded pavilion on 13 May. He had
already made a name for himself during the mobilisation by stating that he would
defend this line to the bitter end. When German infantry began infiltrating the Dutch
defence lines, he told one of his men who had suggested retreating: ‘I was appointed
to defend the Grebbeberg. We will do this to the last man and the last bullet’. After a
fierce defence and almost out of ammunition he told the last four of his men to pull
back. Armed only with his pistol, Major Landzaat confronted the approaching enemy.
He was posthumously awarded the Militaire Willems-Orde, the Military Order of William,
the highest Dutch honour awarded for bravery, leadership and loyalty. This brave
man’s medal is an icon that symbolises the dramatic battle of the Grebbeberg hill.
Literatuur
- Amersfoort, H., P. Kamphuis, Mei 1940, de strijd op Nederlands grondgebied (Den Haag 2005)
- Brongers, E.H., Grebbeline 1940 (Baarn 1985)
- Website: www.grebbeberg.nl
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 180-183)