wrakstukken Glenn Martin "M-551"
Wrakstuk
Wrakstukken Glenn Martin "M-551" van de zogenaamde Baram BomberIn oktober 1985 werden in de jungle van Borneo, door bosarbeiders, de resten van een neergestort vliegtuig gevonden. Nader onderzoek, door George O. Sutherland, wees uit dat het wrakstukken waren van een Glenn Martin WH III.
Een aantal van deze tweemotorige bommenwerpers van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, was eind 1941 gestationeerd op de basis Singkawang II, gelegen op het Nederlandse deel van het eiland Borneo.
Aanvankelijk werd verondersteld dat het de wrakstukken betrof van de Glenn Martin WH III, M571, die op 18 december 1941 in de buurt van de havenplaats Miri door Japanse vliegtuigen was neergeschoten. Alleen de Eerste Luitenant-vlieger waarnemer J.H. Groeneveld, wist zich met zijn parachute in veiligheid te stellen. In gezelschap van drie overlevenden van de Dornier vliegboot X-34 van de Marine Luchtvaart Dienst, die in dezelfde tijd een noodlanding had gemaakt bij het naburige Marudi, bereikte hij na een barre tocht door het dichte oerwoud op 3 februari 1942 Long Nawang op Midden-Borneo. Op 20 augustus 1942 werd deze plaats door een Japanse compagnie overvallen en enkele dagen later liet de Japanse commandant een groot deel van de krijgsgevangen militairen executeren. Tot hen behoorde ook Groeneveld. Hij ligt begraven op het Nederlandse Ereveld Kembang Koening in Soerabaja. De drie andere bemanningsleden van de M571 zijn tot op heden vermist.
Enkele onderdelen, waaronder een deel van de vleugel, werden geborgen en overgebracht naar het Militaire Luchtvaart Museum te Soesterberg, waar zij aan een nadere inspectie werden onderworpen.
Aan de hand van leesbare Nederlandse opschriften werd duidelijk dat de wrakstukken niet van de M571 waren, maar van de Glenn Martin WH III A, M551 (M5115)
Dit toestel was op 28 december 1941, eveneens tijdens een aanval op schepen in de haven van Miri, door Japanse vliegtuigen neergeschoten en neergestort in de jungle. Van de bemanning wist alleen korporaal Z. Rambing, telegrafist-luchtschutter, zich met zijn parachute in veiligheid te stellen. De overige drie bemanningsleden van de M551 (M5115) zijn tot op heden vermist. De bemanning bestond uit:
Sergeant-vlieger W.P. Borsje
Eerste Luitenant-vlieger waarnemer C.G.P. Dietz
Sergeant monteur E. van der Lei
Korporaal telegrafist-luchtschutter Z. Rambing
De onderdelen van deze tweemotorige bommenwerper, die in 1986 konden worden geborgen vormen de enig bewaard gebleven restanten van een vooroorlogs vliegtuig van de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger.