Medaille Distinguished Flying Cross [Groot Brittannië], toegekend aan Reserve-Eerste Luitenant-Vlieger J.W. Dekker No. 322 (Dutch) Squadron, Royal Air Force in bijbehorende opberg cassette
medaille
Het Distinguished Flying Cross, is een Engelse hoge onderscheiding voor daden die getuigen van moed en doorzettingsvermogen tijdens gevechtsvluchten (Engels: "an act or acts of valour, courage or devotion to duty whilst flying in active operations against the enemy"). De onderscheiding werd tot 1993 alleen aan officieren toegekend. Voor hun ondergeschikten was er de "Distinguished Flying Medal". Er is ook een Air Force Cross voor dapperheid die niet in de lucht tentoon werd gespreid.Het kruis werd op 3 juni 1918, vrijwel gelijktijdig met de geboorte van de RAF ingesteld door Koning George V van het Verenigd Koninkrijk. De onderscheiding werd behalve aan Britse piloten en op vliegtuigen geplaatste manschappen van andere wapens ook aan vliegeniers van bondgenoten en landen die deel uitmaken van het Gemenebest toegekend.
In de Tweede Wereldoorlog werden 20.354 kruisen, 70 eerste en 42 tweede gespen toegekend. 964 piloten van de geallieerde luchtmachten waaronder Jan Bosch. Erik Hazelhoff Roelfzema en Robbert van Zinnicq Bergmann kregen een "honorair" Distinguished Flying Cross. Dragers mogen de letters "DFC" achter hun naam plaatsen.
Bijzonderheden:
Toestemming tot dragen verleend per Koninklijk Besluit No. 46, dd. 21 juni 1946.