Bronzen 24-ponder kanon van de Admiraliteit Zeeland uit 1632
kanon
Te zien in het museum:M.04.01.25Q.02
Dit kanon is een exponent van de standaardisatie van de geschutskalibers die Prins Maurits in het eerste kwart van de 17e eeuw invoerde bij het Staatse Leger en die door de Staatse Vloot werd nagevolgd. Het bronzen kanon kon scheepswanden versplinteren of doorboren. Vierentwintigponders golden in de zeventiende eeuw als het zwaarste type geschut dat stond opgesteld aan boord van oorlogsschepen, die daarmee in feite dienst deden als een varend platform voor geschut. De lichte klevorm van de tromp van de loop, de zogenaamde scheepskop, is kenmerkend voor kanonnen die bedoeld waren voor de oorlogsvloot. De meer vloeiende vorm van de loopmonding moest voorkomen dat bij de terugslag schade ontstond aan de geschutpoort in de scheepswand. Kanonnen voor het landleger hadden vaak een scherper geprofileerde tromp. Michiel Burgerhuys, geboren te Aken rond 1590, was als bronsgieter gevestigd te Middelburg. Behalve geschut, zoals kanonnen en mortieren, goot hij ook klokken.