De oversteek van de Rijn bij Andernach door een Spaans leger in 1634
schilderij
Te zien in het museum:M.06.01.35P.01.02
Om zijn historische achtergrond, documentaire waarde, artistieke kwaliteit, levendige karakter en educatieve betekenis is dit grote schilderij (circa 190 x 270 cm) buitengewoon interessant voor ons museum. Het is een topstuk en een grote trekpleister voor het publiek.De voorstelling geeft een uitstekende indruk van hoe een uit duizenden manschappen en meetrekkend volk bestaand vroeg 17e-eeuws leger (ook wel legertrein genoemd) samengesteld en geformeerd is en van de wijze hoe het tijdens een marsroute een rivier moet oversteken.
De verschillende eenheden, regimenten en soldatentypen (infanteristen, cavaleristen), alsook het meetrekkende voetvolk (marketentsters, ambachtslieden, kooplui, kinderen) en vee geven een realistisch beeld. Van belang is ook de pontonbrug. Het slaan daarvan was een wezenlijk onderdeel van militaire operaties in rivierlandschappen zoals Nederland.
De gedetailleerde en gevarieerde compositie maken de voorstelling zeer levendig en aantrekkelijk. Het geeft veel kijkplezier. Steeds weer zijn nieuwe details te ontdekken.
De rivieroversteek en de vaartocht van het statenjacht betreft een episode van de reis door het Rijngebied van Spaanse kardinaal-infant Ferdinand in oktober 1634. Hij is op weg naar Brussel waar hij tot de nieuwe landvoogd over de Spaanse Nederlanden ingehuldigd zal worden. Ferdinand vertrok in 1632 vanuit Spanje naar Noord-Italië om daar een leger samen te stellen en vervolgens via Zuid-Duitsland en het Rijngebied naar Brussel te reizen waar hij als landvoogd ingehuldigd zal worden. De reis duurde een kleine twee jaar. De route was zo gepland om onderweg nog zijn zwager, koning Ferdinand IV van Hongarije, te steunen in diens strijd tegen de Zweden die uiteindelijk in september 1634 vernietigend werden verslagen bij Nördlingen. Na afloop vervolgde Ferdinand zijn reis.
De voorstelling toont het moment dat zijn leger bij Andernach de Rijn oversteekt en Ferdinand aan boord is gegaan van het onder de Keulse vlag varende statengalei, die door de keurvorst van Keulen was gezonden. De keurvorst zelf arriveerde per rijtuig dat op het schilderij te zien is, evenals een draagkoets. Met deze begroetingswijze betuigde hij zijn steun aan de nieuwe landvoogd en trad op als gastheer in de te bezoeken steden Bonn (zichtbaar op het schilderij en Keulen. Aan boord bevinden zich ook vorsten van Würtzburg en Neuburg. Deze legeraanvoerders sloten zich met hun troepen op deze locatie aan bij het Spaanse leger, aldus nog steeds het reisverslag. Beiden worden in het cartouche genoemd.
In de onderste regel van de Latijnse tekst in het cartouche staat onder meer het getal ‘XXX’ dat ongetwijfeld deel uitmaakt van een jaartal dat ligt tussen 1630 en 1639, en hoogstwaarschijnlijk 1634 is. De op die plaats ingeslagen nagel maakt de veronderstelde ‘IV’ onleesbaar, evenals het geval is met ‘MDC’ aan de andere zijde. Dit uitermate belangrijke jaartal bevestigt de hieronder geschetste gebeurtenis waar de voorstelling betrekking op heeft.
Herkomst:
Het schilderij was eigendom van de in Wassenaar wonende weduwe, mevrouw Van Beusekom-Lalmand (Rotterdam 1922 – Brussel 2011). Haar nazaten schonken het in 2012 aan het Legermuseum. Naar zeggen destijds van mevrouw Van Beusekom kwam het schilderij in de jaren twintig van de twintigste eeuw in bezit van haar schoonouders die het kochten van een welgestelde familie (zij wist de naam niet meer) die het ten oosten van Nijmegen gelegen kasteel (of buiten) Gnadenthal bewoonde.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het schilderij uit voorzorg in het toenmalige Gemeentemuseum Arnhem ondergebracht. Dit wordt bevestigd door het, op het spieraam geplakte etiket van dit museum waarop naast de titel ‘De overtocht over de Rijn nabij Andernach’ de naam van mevrouw A.H. v. Beusekom-Viruly staat geschreven, alsook het bruikleennummer ‘B.V.1.’. Na de oorlog erfde haar zoon het schilderij.