Vlag vredesmissie UN AVEM II in Angola 1992
vlag
Bart Richters (65 jaar oud) werd in 1992 uitgezonden naar Angola voor een periode van 6 maanden. De kleine missie bestond uit hooguit 25 man. Hij zat op een tweepersoons basis samen met een Braziliaan. Die zes maanden werden er drie, na de eerste weken liep het totaal uit de hand. Op de losbarstende oorlog waren zij niet voorbereid en uitgerust. Bart en zijn collega zaten midden in de jungle en wilden een schuttersput graven. Mocht niet van hogerhand; het zou ‘demotiverend’ werken voor de lokale bevolking. Bart negeerde die opdracht: de situatie was onhoudbaar, zijn leven niet zeker, voelde zich verantwoordelijk ook zijn Braziliaanse collega te beschermen en te zorgen dat ze heelhuids thuis zouden komen. Op het laatst werd aangeraden om zich terug te trekken richting Ruanda, maar daar konden zij onmogelijk komen; ze zaten midden in de jungle, onbereikbaar, zelfs helikopters konden er niet komen. Toen zat er niets anders op dan met hun jeep dwars door mortiergranaten etc te rijden. Hij zei hierover ‘je kan als militair heel goed opgeleid zijn, geleerd hebben hoe je moet handelen in crisistijd, maar niemand kan je leren hoe je over lijken heen moet rijden met je jeep. Dat kan je alleen doen door ergens iets in jezelf te vinden waardoor je je verstand op nul kan zetten.' Was traumatische ervaring en raakte bij terugkeer in Nederland in een shocktoestand.Wegens inkrimping van het team in Angola werd gevraagd wie zonder bezwaar naar huis wilde keren. Bart liet zich op e lijst zetten. Nog steeds heeft hij daar veel moeite mee: ‘was dat eigenlijk niet gewoon laf?’ In militaire kring wordt het niet als ‘volwaardig’ gezien als je niet, in dit geval, de volle 6 maanden bent weggeweest. Het werden er drie en beschouwd alsof die drie maanden niet telden. Exemplarisch voor dit alles was de hele VN discussie of ze wel in aanmerking zouden komen voor een VN medaille, want ook die drie maanden die daarvoor vereist zijn, waren op een paar dagen na niet vol gemaakt. Uiteindelijk hebben ze die VN medaille niet gekregen, maar het doet nog altijd pijn.
Die drie maanden voelen als een litteken op zijn ziel. Het gaat nooit meer weg. Er gaat eigenlijk geen dag voorbij dat hij niet aan Angola denkt. Hij belt nog ieder jaar met oud en nieuw naar zijn Braziliaanse collega. Dat was zijn ‘engel’ het kan niet anders zijn dan lotsbeschikking dat zij daar samen zaten en dat ze het overleefd hebben, dat had menselijkerwijze onmogelijk genoemd zou kunnen worden en toch is het gebeurd. Bart is ervan overtuigd dat dit van ‘bovenaf’ gestuurd is..
De verscheurd en gehavend VN-vlag staat symbool voor de abrupt afgebroken en heftige missie. Bart zegt over zichzelf ‘ik was de laatste rat die het zinkende schip verlaten heeft en het enige aandenken dat ik had was die vlag, verscheurd en bezoedeld net als ik’.