Uitklappen

Brief van Cornelis Winkelman aan zijn directeur, mr Willem Maurits de Brauw, 23 juni 1813

brief

De drie-en-een-half bladzijden tellende handgeschreven brief beschijft de afschuwelijke toestand, die de schrijver aantrof op het slagveld van Waterloo: veel lijken, gewonden in noodhospitalen w.o. een kerkgebouw, dode paarden, stank en kapotte karren en ander oorlogstuig langs de wegen, alsook de hulp van de plaatselijke bevolking bij het wegdragen van lijken en gewonden. Opmerkelijk is de passage in de eerste alinea. Daar spreekt hij over 'ons bestaan als Natie, zoo wel als onze oude roem en dapperheid als opnieuw bevestigd zou worden.' Sinds 1813 vormden Nederland en België officieel het Koninkrijk der Nederlanden, maar in de praktijk sprak men in beide landsdelen met tegenzin over de nieuwe natie-eenheid. Het zou dus interessant zijn meer te weten over de schrijver en houding tegenover die intern omstreden nationale eenheid, maar helaas is hij anoniem. Waarschijnlijk bezocht de schrijver dat deel van het slagveld waar zich het Nederlandse leger bevond.