Amfibische vliegboot Consolidated PBY-5A 'Catalina' Constructienummer s/n 1679 BuNo 48317, Export registratienummer N1495V, MLD P-212-16-212
verkenningsvliegtuig
Amfibische vliegboot Consolidated PBY-5A 'Catalina' MSN 1679 BuNo 48317, Exportregistratienummer N1495V, MLD P-212-16-212Benaming: Consolidated PBY-5A Catalina
Type: Amfibische vliegboot
Spanwijdte: 31,72 m
Lengte: 19,84 m
Hoogte 5,40 m
Leeggewicht: 9489 kg
Maximum gewicht 16066 kg
Maximum snelheid: 281 km/u
Vliegbereik: 3781 km
Bewapening: 5 mitrailleurs
1814 kg bommen
Bemanning: 5-7
Motor: 2 Pratt & Whitney R-1830-92 vermogen 1200 kg
De Catalina is in gebruik geweest bij de Marineluchtvaartdienst (MLD). De eerste Catalina’s werden afgeleverd in 1941 in Nederlands-Indië en hebben deelgenomen aan de strijd tegen Japan. Ook zijn Catalina’s ingezet tijdens de Politionele acties en later ook in Nieuw-Guinea. Tot de uitfasering in 1957 zijn er in totaal 87 in dienst geweest. Een aantal is vanaf 1955 ook nog ingezet bij de Opsporings- en reddingsdienst van de Marineluchtvaartdienst.
De Catalina met registratie 16-212 werd gebouwd in november 1943. Het toestel werd in 1951 aangekocht en op 29 mei 1952 in dienst gesteld na groot onderhoud bij Aviolanda. Op 10 juni 1952 werd het toestel overgevlogen naar Nieuw-Guinea en werd daar voornamelijk gebruikt voor transportvluchten. Op 7 december 1953 werd het toestel teruggevlogen naar Nederland voor groot onderhoud bij Aviolanda. Daarna in gedeeld bij squadron 8 op het Marinevliegkamp Valkenburg en ingezet voor reddingsdiensten. Op 4 februari 1957 werd het, met 2940 vlieguren, uit dienst gehaald. In 1957 werd het toestel overgedragen aan Bosbad Hoeven. De ‘Cat’ werd in 1984 overgedragen aan het Militaire Luchtvaartmuseum, waar zij in afwachting was van restauratie.
Ontwikkeling:
Begin 1928 ontving de Consolidated Aircraft Corporation de opdracht voor de bouw van een nieuwe type grote vliegboot. Verdere ontwikkelingen in het daarop volgende decennium leidde tot de productie van meerdere typen. Daarvan zijn de PBY-5 vliegboot en de PBY-5A, een amfibische versie, het meest bekend geworden.
De 'Catalina' bij de Nederlandse Militaire Luchtvaart:
In oktober 1940 bestelde de Koninklijke Marine 34 toestellen voor de MLD in Nederlands-Indië. De eerste daarvan bereikten dat gebied vanaf begin september 1941 en werden ingedeeld bij een Groep Vliegtuigen (GVT). Na een ongelijke strijd tegen de Japanners vlogende resterende toestellen naar Ceylon en Australië. Besloten werd de overgebleven Catalina's van de MLD onder Brits bevel vanuit Ceylon te laten opereren, waar op 1 juli 1942 No. 321 (Dutch) Squadron weer in dienst werd gesteld. Ter bescherming van konvooien volgden van januari '43 tot december '44 afwisselend detacheringen in Zuid-Afrika en op het eiland Socotra, Aden en Somalië.
Na de capitulatie van Japan werden de Catalina's gebruikt voor transport van bevrijde krijgsgevangenen. Medio '46 werden de resterende Catalina's ingedeeld in het Oostelijk Verkennings- en Transport Squadron (OVTS) en breidde het aantal zich geleidelijk uit. Tijdens de Eerste Politionele Actie in 1947 en de Tweede in 1948, werden de MLD-Catalina's opnieuw ingezet.
Na de soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949 verlieten de Catalina's de Indonesische wateren, maar bleven actief boven Nieuw-Guinea dat onder Nederlands bewind was gebleven. Begin jaren '50 werden nog enkele toestellen aangekocht waarvan er enkele vanaf 1952 werden ingezet bij de Opsporings- en Reddingsdienst (OSRD) in Nederland. Medio jaren '50 werden de Catalina's in Nieuw-Guinea geleidelijk vervangen door Martin PBM-5A Mariners en in juni 1957 werd de laatste Catalina bij de MLD uit dienst gesteld.
Eenheden: GVT 2, 3, 5, 16, 17, 18, No. 321 (Dutch) Squadron, OVTS, GVTA, GVTB, VSQ 7, VSQ 8
Taken: Verkenning, opsporing- en redding, konvooibescherming, transport
Het toestel in de collectie van het NMM:
Consolidated PBY-5A Catalina. s/n 1679, BuNo 48317 met exportregistratie N1495V; Reg. Nr. 16-212
Door Consolidated op 16-11-1943 afgeleverd aan de U.S.Navy en indecember ingedeeld bij VP-73. Het kreeg het “sidenumber” 73-P-6. Het heeft tot 1947 bij dit squadron dienst gedaan.
Het laatse groot onderhoud werd gegeven op 04-06-1948 en in opslag gezet bij het Overhaul & Repair station Philadelphia.
Via de Charles H. Babb Co. te Glendale in Californië werden een zestal ex. U.S. Navy PBY-5A's aangekocht waaronder de 16-212. Dit toestel kwam op 22-02-1951 aan bij Aviolanda Papendrecht.
Na groot onderhoud werd het toestel op 29-05-1952 in dienst gesteld en overgevlogen naar Valkenburg en ingedeeld bij squadron 8.
Op 10-06-1952 werd het toestel overgevlogen naar het Marinevliegkamp Biak en ingedeeld bij squadron 321. In Nederlands Nieuw-Guinea werd de Catalina vooral voor patrouille- en transportvluchten ingezet. Ook werden post, onderdelen en medicijnen maar ook levende have vervoerd naar de Wisselmeren en via de Vogelkop met verse groenten en fruit terug naar Biak.
In januari 1954 werd het toestel teruggevlogen naar Valkenburg en weer ingedeeld bij VSQ 8. In augustus kreeg het toestel onderhoud bij Aviolanda. Het had op dat moment 2227 vlieguren gemaakt.
Terug op Valkenburg werd het toestel wederom ingedeeld bij VSQ 8 met als taak OSRD (opsporings en reddings dienst) en tevens voor de opleiding van vliegers voor de Catalina's in N.N.G. Op 08-11-1954 werd de 16-212 voor het eerst ingezet voor een reddingsactie op de Noordzee.
Op 04-02-1957 werd het toestel uit dienst gesteld met 2940 vlieguren en werd op 20-08-1957 in bruikleen overgedragen aan de gemeente Hoeven voor het Bosbad Hoeven. Daar werd het als bezienswaardigheid opgesteld bij het attractiepark Bosbad Hoeven.
1ste restauratie uitgevoerd van 01 april tot 11 mei 1968.
2e restauratie uitgevoerd vanaf 25 augustus 1975.
Op 11 oktober 1982 werd de Catalina overgebracht van Bosbad Hoeven naar depot Vliegtuig Materiaal op Gilze-Rijen.
Op 02 juni 1983 werden de centre sectie en vleugels vervoerd naar Valkenburg en op 23 juni 1983 de romp voor wederom een restauratie.
Op 13 april 1984 werd het toestel overgedragen aan het Militaire Luchtvaart Museum. Door de toenmalige Vlagofficier MLD werd het toestel officieel overgedragen aan het MLM. Daar stond het toestel tot 1996 opgesteld op het buitenterrein en hadden de weerselementen vrij spel.
In 1996 weer vervoerd naar Valkenburg voor een restauratie en keerde het toestel in juni 2004 weer terug in het depot van het MLM, thans in collectie NMM.
In augustus 2020 werd het toestel in zeven vrachtladingen van het NMM naar het Nationaal Transport Museum vervoerd voor een nieuwe, statische restauratie door de Stichting Neptune Association.
Bron: Prudent Staal