Propeller van de Fokker D.XXI met registratie 223 waarmee wachtmeester-vlieger Jacob van Zuylen op 10 mei 1940 is neergestort bij Wassenaarse Slag
propeller
Te zien in het museum:M.08.01.40K.03.05
Propeller Fokker D-XXI nr 223 waarmee wachtmeester-vlieger Jacob van Zuylen op 10 mei 1940 is neergestortGeplaatst op tandwielkast.
Wachtmeester-vlieger van Zuylen:
Jacob van Zuylen, geboren in 1912 werd als gewoon dienstplichtige van de lichting 1932 ingelijfd bij het 1e Halfregiment. Hij bracht het tot wachtmeester en ging in october 1933 met groot verlof. Diezelfde maand werd hij bij het 1e Regiment verbonden als``beroepsmilitair. In augustus 1936 bereikte hij zijn oude rang weer en werd overgeplaatst naar het II Regiment; twee maanden later naar het Eskadron Pantserwagens van Ritmeester Wilbrenninck, het eerste gemotoriseerde onderdeel van de Cavalerie.
Het nieuwe bleef kennelijk trekken,want in mei 1938 ging Wachtmeester van Zuylen een vrijwillig verband aan bij de Luchtvaartafdeling met de bestemming voor de dienst van vlieger. De Wachtmeester leerling-vlieger werd prompt overgeplaatst naar het 2e Eskadron pantserwagens. Met ingang van 2 october 1939 was hij wachtmeester-vliegeren gerechtigd tot het dragen van ` de Vink" .
Ingedeeld bij het oorlogsonderdeel 1-II-1 Lv. R (1e Jachtvliegtuig Afdeling van het 1e Luchtvaartregiment) duurde het niet lang tot de inval van de Duitsers op 10 mei 1940 een feit was.
Die morgen, gaf de Commandant leJa.V.A., Res Kapitein-vlieger H.M. Schmidt Crans,na enig telefonisch verkeer to hebben aangehoord op eigen initiatiefhet bevel"Onmiddellijk opstijgen". De vliegers renden naar hun gereedstaande kisten en om 3.59 waren alle 11 kisten in de lucht en formeerden de geoefende patrouilles.
Wachtmeester van Zuylen vloog in zijn Fokker D.XXI no 223. In eerste instantie blevende patrouilles op gezichtsafstand van vliegkamp De Kooy vliegen. Men had geen duidelijke opdracht. Tot men dikke rookwolken zag opstijgen van de vliegparken De Vlijt (Texel) en Bergen. De commandant besloot op onderzoek uit te gaan te meer daar er boven De Kooy geen vijand te bespeuren viel.
De patrouille van res. tweede Luitenant-vlieger B. van der Stok (234, 223 en 244) kreeg over de radio bericht dat boven De Kooy zich een Heinkel-He 111 bevond en zette ogenblikkelijk de aanval op dit toestel in dat echter vluchtte in zuidelijke richting. Enige korte vuurstoten bleven zonder resultaat en de commandant besloot de achtervolging af te breken. Alleen de patrouillecommandant beschikte over een radio, de andere tweekisten niet.Wachtrneester van Zuylen keerde echter niet terug in patrouilleverband maar vloog door, bleef de bommenwerper achtervolgen.
Boven het duinengebied tussen Katwijk en Wassenaar raakte hij in gevecht met twee Heinkel's waarbij Wachtmeester van Zuylen vermoedelijk dodelijk getroffen werd. Zijn toestel stortte niet direct neer maar bleef in de lucht en vloog bij Valkenburg dwars door Duitse formaties, wat grote consternatie bij de vijand te weeg bracht. Na over het vliegkamp te zijn gevolgen raakte de kist boven Rijksdorp uit balans en stortte uiteindelijk omstreeks 05.35 uur langs het fietspad ten Noorden van de Wassenaarse Slag neer.
Pas omstreeks 6.20 uur werd via de Duitse Gezant officieel de inzet van een `geweldige Duitse troepenmacht' aangekondigd en opgeroepen geen weerstand te bieden.
Duitse militairen vonden (17 mei) en borgen het lichaam van de piloot en begroeven het in de duinen bij hotel Duinoord. Later (22 mei) is het stoffelijk overschot overgebracht naar de kleine tijdelijke oorlogsbegraafplaats Het Lange Duin. Op 26 februari 1982 vond herbegraving plaats op het Militaire Ereveld Grebbeberg
De rester van de Fokker werden pas in 1946 geborgen. De propeller die het graf van wachtmeester van Zuylen op Het Lange Duin sierde is op 19 januari 1982 verwijderd en later overgebracht naar het Militaire Luchtvaart Museum te Soesterberg alwaar deze in de gedachtenisruimte staat voor de vliegers in de meidagen van 1940.