Het Lockheed SP-2H 'Neptune' maritiem opsporings- en aanvalsvliegtuig, patrouillevliegtuig met MSN 726-7241 c/n 7241 en registratienummer 201 van het 320 squadron der Marine Luchtvaartdienst (MLD)
Maritiem patrouillevliegtuig
Te zien in het museum:buiten ntb
Benaming: Lockheed SP-2H NeptuneType: Patrouillevliegtuig/onderzeeboot bestrijder
Spanwijdte: 30,89 m
Lengte: 27,94 m
Leeggewicht: 21570 kg
Hoogte 8,94 m
Maximum gewicht: 38466 kg
Maximum snelheid: 635 km/u
Vliegbereik: 5930 km
Bewapening: 3629 kg mijnen, bommen, torpedo’s, dieptebommen
Bemanning: 11
Motoren: 2 Wright R-3350-32W-A2 3750 pk
2 Westinghouse J-34, 1540 kg stuwdruk
De Neptunes waren aangeschaft voor dienst in Nieuw-Guinea. In plaats van een glazen neus waren de vliegtuigen voorzien van een dichte neus met daarin een bewapening van 4 20 mm kanonnen. De toestellen hadden de aanduiding P2V-7B.
De eerste Neptune die op Biak arriveerde was de 201 met Constructienummer 7241.
Het toestel is betrokken geweest bij twee gevechtsacties. Op 11 augustus 1962 kwam Hr.Ms. Friesland in gevecht met 6 Indonesische vaartuigen bij het eiland Misool. De 201, met de vliegers LTZ 2 OC R.R. Soffner en SMJRV F.C. de Roo, voerde een aanval uit met raketten . door hevig vuur van de vaartuigen moest de 201 de aanval afbreken.
Op 14 augustus 1962 vond bijna een nachtelijk luchtgevecht plaats. Op de eigen boordradar was een contact zichtbaar van een onbekend vliegtuig in de buurt van Misool. Het onbekende toestel werd gewaarschuwd door een grondradar van de Indonesiërs waarop het kon ontsnappen. Vermoedelijk was het een Hercules die op het punt stond om para's te droppen. Door brandstofgebrek was de 201 gedwongen de actie af te breken.
Op 1 oktober 1962 vertrokken de Neptunes naar Nederland. De toestellen werden omgebouwd tot SP-2H versie en uitgerust voor de bestrijding van onderzeeboten en hebben als zodanig tot 1981 dienst gedaan.
De 201 vloog op 9 november 1981 zijn laatste operationele vlucht van Hato naar Soesterberg en werd het laatste stuk geëscorteerd door twee F-15's van het 32e squadron.
Op 20 november 1981 werd het toestel officieel overgedragen aan het Militaire Luchtvaart Museum. De 201 heeft 6857,3 vlieguren gemaakt.
Ontwikkeling:
In 1941 werd bij Lockheed in Burbank een begin gemaakt met de eerste ontwerpstudie van wat uiteindelijk de Neptune SP-2H zou worden. Pas in april 1944 werden de eerste contracten met de Amerikaanse marine getekend en ontving het, van meet af aan als patrouillebommenwerper ontworpen, toestel de aanduiding P2V. Het toestel moest een veelheid van andere opdrachten kunnen uitvoeren, zoals het lanceren van torpedo's en raketten, het leggen van mijnen en het bestrijden van onderzeeboten.
De 'Neptune' bij de Nederlandse Militaire Luchtvaart:
Bij de Marineluchtvaartdienst (MLD) van de Koninklijke Marine (KM) hebben drie generaties Neptune dienst gedaan. De P2V-5, de P2V-7B en de SP-2H.
In april 1954 ontving de MLD de laatste van in totaal 12 P2V-5 Neptunes. Dit type, voorzien van twee Wright R-3350 dubbelster zuigermotoren, was ontwikkeld uit de P2V en geschikt voor de bestrijding van onderzeeboten. Toen de KM eind jaren '50 besloot Hr. Ms. 'Karel Doorman' geschikt te maken voor onderzeebootbestrijding en uit te rusten met toestellen van het type Grumman Tracker werden de P2V-5's in 1960 overgedragen aan Portugal.
In augustus 1961 volgde de aanschaf van 15 Neptune P2V-7B (B voor 'bewapend') vliegtuigen, te herkennen aan de gesloten rompneus met vier 20mm kanonnen en de twee extra straalmotoren. De toestellen werden overgevlogen naar Nieuw-Guinea en ingezet voor het uitvoeren van patrouillevluchten. Na de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië, keerden de P2V-7B's eind 1962 terug op het Marinevliegkamp Valkenburg en vanaf 1963 gemodificeerd tot SP-2H (met onder meer een transparante neussectie) waardoor deze toestellen geschikt waren voor onderzeebootbestrijding en Long Range Maritime Patrol (LRMP) (Lange Afstand Patrouille vluchten). Tussen 1972 en 1982 werden de SP-2H's uitgefaseerd.
Eenheden:
VSQ 2, VSQ 5, 320 squadron, 321 squadron
Taken:
Onderzeebootbestrijding, Patrouillevluchten, Opsporing- en Redding
Bijzonderheden:
Tussen1954 en 1982 gingen in totaal twee toestellen verloren. Op 8 augustus 1962 ging een P2V-7B verloren op Biak in Nieuw-Guinea, terwijl op 23 januari 1965 een SP-2H neerstortte in de Noordzee ter hoogte van Katwijk.
In 1965 werden de resterende 13 Neptunes aangevuld met vier SP-2H's van de Franse MLD.
Vanaf 1 augustus 1974 werd het detachement MLD Curaçao in dienst gesteld, dat ging opereren met drie SP-2H's. In maart 1982 werden de taken van het detachement overgenomen door het 336 squadron van de Koninklijke Luchtmacht.
Het toestel in de collectie van het NMM:
Deze Lockheed P2V-7B/SP2-H werd op 8 september 1962 overgedragen aan de MLD en ingezet bij het 321 squadron vanaf Biak in Nederlands Nieuw Guinea. Na terugkeer in 1962 werd het omgebouwd tot SP2-H en vloog bij het 320 squadron vanaf het Marinevliegkamp Valkenburg en het Marinevliegkamp Hato op Curaçao. Na terugkeer uit de Nederlandse Antillen, maakte de '201' op 9 november 1981 haar laatste vlucht. Twee hypermoderne MacDonell F-15A's van het 32nd Tactical Fighter Squadron vormden een passende escorte tijdens de twintig minuten durende vlucht naar de Vlb Soesterberg.
Bronnen:
1. 85 jaar M.L.D. in beeld Peter Korbee.
2. Rimboevliegers Jan Hagens.