Grumman Tracker S-2F-1 / S-2A / S-2N / US-2N maritiem opsporings- en aanvalsvliegtuig met BuNo. 148282, c/n: 721 en registratienummer 160 der Marine Luchtvaartdienst (MLD)
verkenningsvliegtuig
Opsporings- en aanvalsvliegtuig Grumman S-2F-1 / S-2A / S-2N / US-2N 'Tracker'Ontwikkeling:
Grumman Aircraft Engineering Corporation in de Verenigde Staten van Amerika ontwikkelde begin jaren '50 de Gumman Tracker S-2F-1. Dit tweemotorige toestel verenigde twee functies in zich, die van opsporings- en aanvalsvliegtuig. De Havilland in Canada bouwde een licentie-uitvoering onder de aanduiding CS-2F-1. Uitgerust met opvouwbare vleugels en een deklandingshaak was het geschikt om te opereren vanaf vliegdekschepen, voor het opsporen en vernietigen van onderzeeboten.
De 'Tracker' bij de Koninklijke Marine:
Ter vervanging van de Lockheed Neptune P2V-5 en de Grumman Avengers ontving de Marineluchtvaartdienst (MLD) tussen maart 1960 en januari 1961 een groot aantal Grumman Trackers.
Voor het uitoefenen van hun hoofdtaak vlogen de Trackers van VSQ 4 en VSQ 2 bij toerbeurt vanaf het Marine Vliegkamp Valkenburg (MVKV) op zodra Hr. Ms. 'Karel Doorman', als vlaggeschip van Smaldeel 5, zich buitengaats begaf. Nadat Hr. Ms. 'Karel Doorman' in 1968 uit dienst was gesteld, werden 18 S-2A's omgebouwd tot S-2N ten behoeve van VSQ 1. Daarvan werden er vier in 1972 omgebouwd tot US-2N voor het verrichten van algemene richtoefeningen met de vloot. Als manche-sleepvliegtuigen werden de toestellen in 1974 ingedeeld bij het VSQ 320, dat op 30 september 1975 de laatste vlucht met een Tracker van de MLD uitvoerde.
Eenheden:
VSQ 1 Marine Vliegkamp Hato, Curaçao voor opleidingen
VSQ 2 en 4 MVKV / Hr. Ms. Karel Doorman
VSQ 5 MVKV voor opleidingen
VSQ 320 MVKV en detacheringen vanaf diverse NATO-vliegvelden.
Bijzonderheden:
De Tracker was voorzien van voor die tijd de nieuwste navigatie- en onderzeebootbestrijdingsapparatuur inclusief een Magnetic Anomaly Detector (MAD). De MAD was gemonteerd in de uitschuifbare 'boom' achter het vliegtuig waarmee onder water varende onderzeeboten konden worden opgespoord door middel van het meten van verstoringen in het aardmagnetisch veld.
Begin jaren '60 veranderde het type-aanduidingssysteem van Amerikaanse militaire vliegtuigen waardoor de aanduiding S-2F-1 werd gewijzigd in S-2A. De MLD voerde deze wijziging ook door, maar inmiddels was de fonetische uitspraak van S2F (es-two-ef) 'Stoef' al zo ingeburgerd, dat dit tot op de dag van vandaag nog een 'begrip' is bij hen die het toestel operationeel hebben meegemaakt.
In 1964 vloog, tijdens een detachering van VSQ 2 op Malta, een niet gebrevetteerde Vliegtuigmakerelektromonteur 1e klasse in zijn 'eentje' met een Tracker naar Libië, waar hij een geslaagde landing maakte.
Het toestel in de collectie van het NMM:
Grumman US-2N Tracker.
Constructie nummer: 721
BuNo. 148282
M.L.D. registratie: 160
Totaal vlieguren: 3089.8 ac/hrs
In augustus 1960 kwam de '160' in dienst bij de MLD en vloog bij de Vliegtuigsquadrons 2, 4, 5 en 320. In december 1970 werd het verbouwd tot S2-N en in 1972 tot US-2N. Op 30 september 1975 werd het buiten dienst gesteld en maakt sinds 1981 deel uit van de collectie van het MLM thans NMM.
Gebouwd als S-2a Tracker, later omgebouwd tot S-2N.
18-08-1960 In gebruik genomen door de M.L.D.
01-02-1974 Naar 320 squadron als doelsleper.
30-09-1975 Uit dienst gesteld en opgeslagen op De Kooy.
Getransporteerd naar de opslag van het MLM te Gilze-Rijen.
1981 Naar het MLM en maakt sinds die tijd deel uit van de permanente tentoonstelling
Technische specificaties:
Aantal 45 (28 S-2A + 17 CS-2A)
Bemanning 4
Motoren 2 Wright R-1820-82
Max. snelheid 407 km/u
Kruissnelheid 276 km/u
Actie radius 1.450 km
Plafond 6.950 m
Bewapening 6 HAVAR 10 cm raketten
2 GE Mk. 44 torpedo's (of)
2 Lulu dieptebommen (of)
2 Mk. 101 conventionele dieptebommen