De Dornier Do-24K.1 vliegboot met registratienummer X-24 maritiem patrouille, verkennings- en reddingsvliegtuig der Marine Luchtvaart Dienst c/n RLM 3387
Verkenningsvliegtuig/Bommenwerper
Te zien in het museum:M16.00.46P.03
Vliegboot Dornier Do 24K.1 maritiem patrouille, verkennings- en reddingsvliegtuigOntwikkeling:
Na de Eerste Wereldoorlog bouwde Dornier in het geheim - er was immers een bouwverbod van vliegtuigen opgelegd aan Duitsland - aan het ontwerp van een militaire vliegboot, die de voorloper zou worden van de beroemde 'Wal'-familie. Dit type was al uitgerust met drijvers in de vorm van dikke, stompvormige vleugels, die aan beide zijden van de romp bevestigd waren en de zeewaardigheid zeer ten goede kwamen. Nadat Dornier de verdere ontwikkeling van de ´Wal` achtereenvolgens had voortgezet in Zwitserland (Bodensee) en Italië ( op de linker oever van de rivier de Arno), ontstond in 1922 Dornier-Metallbauten GmbH in Duitsland en werden licentierechten verkocht aan fabrieken in Japan, Nederland en Spanje. Vele landen kochten de 'Wal'.
In 1934 deed de snelle veroudering van de 'Wal'-vliegboot, die vanaf 1926 in dienst was, de Koninklijke Marine (KM) in 1934 besluiten een onderzoek te starten naar een volwaardige opvolger en stelde een pakket van eisen op.
Vanwege de goede ervaringen met de 'Wal', opgedaan in Nederlands-Indië, vroeg men de Dornierfabrieken een vliegboot te bouwen naar ontwerp van de toenmalige officier der Marine Stoomvaart Dienst 2e klasse Sanders. Hij stelde de eisen van de marine-staf als volgt samen: De nieuwe vliegboot moest groter zijn dan de 'Wal', uitgerust met drie motoren, geen duwschroeven hebben, een snelheid boven de 315 km per uur kunnen halen, van metaal zijn en comfortabel zijn uitgerust voor lange-afstandsvluchten. Dornier-Metallbauten GmbH was het enige bedrijf dat binnen de gestelde termijn een vliegboot te ontwerpen die voldeed aan de gesteld eisen.
Ook de Duitse Luftwaffe had behoefte aan een lange-afstandszeeverkenner en Dornier besloot daarom vier Do 24 prototypen te bouwen, twee voor de Luftwaffe en twee voor de Marineluchtvaartdienst.
Op 3 juli 1937 werd de eerste vlucht uitgevoerd met de Dornier Do 24.
De Do 24K.1 bij de Koninklijke Marine:
De twee prototypen voor Nederland waren uitgerust met Wright Cyclone GR-1820-F52 motoren, een motortype waarvan het de bedoeling was dit als standaard voor de Indische defensie in te voeren. Ook het Fokker drijvervliegtuig T.IV van de MLD en de Glenn Martin 139 bommenwerpers van het Koninklijke Nederlandsch Indische Leger waren hiermee uitgerust. Al op 10 november 1937 werd het prototype met type aanduiding Do 24K.1 en registratie X-1, vanuit Hamburg verscheept naar Nederlands Oost-Indië.
Tussen 1937 en 1943 hebben in totaal 36 vliegboten van dit type dienst gedaan bij de MLD in Nederlands Oost-Indië. Vanwege de gevoerde registratie, 'X' gevolgd door een getal, werden deze vliegboten ook wel aangeduid als de 'X-boten'.
Eenheden:
Op het moment van uitbreken van de oorlog met Japan waren de X-boten ingedeeld bij GVT-1 t/m GVT-8. (GVT = Groep Vliegtuigen)
Vijf toestellen ontsnapten begin 1942 naar Australië en werden ingedeeld bij het 41ste Squadron van de Royal Australian Air Force.
Aantal: op 10 mei 1940 waren 37 toestellen afgeleverd
Taken:
Lange-afstand maritieme verkenning, transport, zoek- en reddingsacties, bommenwerper
Bijzonderheden:
Bij de eerste Japanse luchtaanval op Nederlands-Indisch gebied op 16 december 1941 vond het eerste gevechtscontact in de lucht plaats met twee X-boten.
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de MLD is 3 maart 1942 toen in de baai van Broome (Australië) 15 vliegboten, waaronder 5 Dorniers, onverwachts door 8 Japanse jachtvliegtuigen werden aangevallen, waarbij tientallen personen die dachten veilig Australië te hebben bereikt, alsnog de dood vonden. Een zesde Dornier (de X-24) ontsnapte naar Perth en werd tot oktober 1943 door de Nederlandse Inlichtingen Dienst ingezet voor geheime missies boven Nieuw-Guinea.
Het toestel in de collectie van het NMM:
Museum registratie X-24
Deze Dornier-24 is gebouwd bij Aviolanda als DO-T3 (transportuitvoering). De Nederlandse uitvoering had de aanduiding DO-24K. Dit vliegtuig werd gebouwd in opdracht van het Reichs Luftfahrt Ministerium en had het nummer RLM: 3387 met registratie CI+GW.
Het grootste verschil met de Nederlandse uitvoering was de bewapening en de motoren.
De Nederlandse Dorniers waren voorzien van Wright Cyclone GR-1820 F-52 motoren en deze werden ook ingebouwd in de eerste serie die voor de Luftwaffe afgebouwd werd. Deze serie was oorspronkelijk bestemd voor de MLD maar de oorlog maakte levering aan de MLD niet meer mogelijk maar voor deze serie waren de Wright Cyclone motoren reeds aanwezig. De latere series, waaronder ook deze DO-24, voor de Luftwaffe werden voorzien van B.M.W. Bramo323R-2 motoren. De 3387 werd in 1944 geleverd aan de Spaanse luchtmacht voor reddingsoperaties en heeft met nog twee toestellen tot 1972 dienst gedaan. Door het verlies van Sicilië kon de Luftwaffe geen reddingsoperaties meer uitvoeren en met toestemming van de geallieeerden vond de overdracht van in totaal 12 Dorniers plaats. De laatste 3 toestellen waren gestationeerd op de vliegbasis Pollensa op Mallorca. De 3387 had de Spaanse registratie HD.5-1. In 1980 werd het toestel geleverd aan het Royal Air Force museum te Hendon. De Dornier DO-24 is nooit in dienst geweest van de R.A.F. en paste eigenlijk niet in hun collectie. Dat is de reden dat het Militaire Luchtvaart Museum het toestel voor de duur van 21 jaar in bruikleen kon krijgen. In 1991 is het toestel via Europoort naar Marinevliegkamp Valkenburg vervoerd en is daar in de uitvoering van de X-24 van de M.L.D. gebracht. In 1992 is de X-24 afgeleverd aan het Militaire Luchtvaart Museum te Soesterberg. Het toestel is op 1 april 2017 officieel in eigendom overgedragen als gift van Royal Airforce Museum Hedon aan het Nationaal Militair Museum.
De originele X-24 was één van de zes Dorniers die de oorlog tegen Japan overleefd hadden. Vijf toestellen werden in gebruik genomen door de Royal Australian Air Force maar de X-24 werd door gebruikt door de Nederlands-Indische autoriteiten voor het onderhouden van contacten met bezet gebied en het evacueren van geheimagenten. Het toestel is tot 9 november 1943 in gebruik geweest en daarna overgedragen aan de R.A.A.F. en kreeg de registratie A49-6. Door gebrek aan onderdelen zijn alle Dorniers op 14-05-1944 buiten gebruik gesteld en uiteindelijk gesloopt. De DO-24 in het MLM heeft, in tegenstelling van wat op het inlichtingen bord staat, geen Wright Cyclone maar BMW motoren.
Bewust gekozen is voor de registratie X-24. Van het oorspronkelijk toestel is bekend dat het nooit beschoten is geweest of dat er inzittenden mee omgekomen zijn. Dit om emoties bij nabestaanden te voorkomen.
Samenvatting:
1944 Afgeleverd Puetro de Pollensa op Mallorca.
1953 uit dienst gesteld.
1958 weer in dienst genomen.
1969 definitief uit dienst gesteld.
1972 officieel van de sterkte afgevoerd.
7 augustus 1972 aangekocht en het toestel kreeg de Amerikaanse registratie N99225 maar heeft deze nooit gevoerd.
12 juni 1981 geschonken aan het R.A.F museum te hendon.
Juni 1982 werd het toestel getransporteerd naar de havenplaats Alcudia.
16 juni 1982 met het schip "Karen Clipper" vervoerd naar Tower Wharf Northfleet (aankomst 26 juli 1982.
Augustus-december 1982 werd het toestel opgebouwd in de Main Aircraft Hall.
November 1991 Uitgeleend aan het MLM.
27 november 1991 aankomst in de haven van Hull.
Juni-augustus 1992 tentoongesteld op MVK Valkenburg i.v.m. 75 jaar M.L.D.
10 september 1992 vervoerd naar M.L.M.
30 september 1992 officiële onthulling
Bronnen:
1. Verkennen en bewaken N. Geldhof.
2. 85 jaar M.L.D. in beeld P. Korbee.
3. 70 jaar M.L.D. N. Geldhof.
4. Dornier Do-24 P. van Wijngaarden en P. Staal.
5. Archief M.L.M.
Het werd in 1943 grotendeels gebouwd bij Aviolanda te Papendrecht en in 1944 geleverd aan Spanje. Na de oorlog is het als SAR (Sea Air Rescue) vliegtuig gebruikt door de Spaanse Luchtmacht rond Mallorca tot het in 1980 werd aangekocht door de Engelsen. Eind 1991 werd het toestel naar Nederland getransporteerd en op het Marine Vliegkamp Valkenburg in originele Nederlandse kleuren gespoten. Op 30 september 1992 werd het toestel officieel gepresenteerd aan het publiek in de ir. Vreeburghal van het MLM tijdens de opening van de tentoonstelling 'Varende vliegtuigen, vliegende vaartuigen'.
Het toestel is op 10 april 2017 geschonken door het Royal Air Force Museum te Hendon bij Londen aan het Nationaal Militair Museum te Soest. Waardoor de voormalige bruikleen van 21 jaar is omgezet in een gift.