De Messerschmitt-Bölkow-Blohm BO-105CB-4 helikopter met registratienummer B-37 KFOR Constructienummer S-137
helikopter
Te zien in het museum:M17.00.12M.01
Messerschmitt-Bölkow-Blohm BO-105CB-4 B-37 KFOR helikopterOntwikkeling:
Met de ontwikkeling van deze lichtgewicht helikopter, bestemd voor zowel militaire als civiel gebruik, werd gestart in 1962, maar het duurde nog tot begin 1967 voordat de eerste proefvlucht werd gemaakt. Het was één van de eerste helikopters die beschikte over een kunststof hoofd- en staartrotor en in zijn formaat één van de weinige tweemotorige helikopters die in die tijd geproduceerd werden.
De Bölkow bij de Koninklijke Luchtmacht:
Met de komst van de Bölkow in 1975 werden de laatste lichte vastvleugelige vliegtuigen uitgefaseerd. De specifieke belastingen die het militaire vliegen met zich meebrengt leidde tot scheurvorming in romp en staart, waardoor verstevigingsmodificaties noodzakelijk waren. Ter vergroting van de inzetbaarheid werd halverwege de jaren '80 besloten tot een 'mid-life upgrading'. Het toestel werd onder meer voorzien van een modern radarsysteem en geschikt gemaakt voor instrument- en 'Night Vision Goggles'-vluchten, zodat de helikopter 24 uur per dag inzetbaar werd. De aanduiding Bo-105C werd gewijzigd in Bo-105CB.
Tijdens oefeningen en, in geval van oorlogstijd, stond de Groep Lichte Vliegtuigen (GPLV) onder bevel van de commandant van het Eerste Legerkorps van de Koninklijke Landmacht.
Het einde van de Koude Oorlog en de ineenstorting van het Warschaupact eisten kleinere, snel inzetbare en flexibele eenheden. Dit leidde tot de oprichting van de 11e Luchtmobiele Brigade (11 LMB), een flexibele, snel inzetbare strijdmacht die voor het uitvoeren van haar taken kon terugvallen op gevechts- en transporthelikopters. Tot de komst van dit nieuwe materieel (Apache, Chinook, Cougar en een lichte standaard helikopter) werd de Bölkow geschikt gemaakt voor 'out-of-area' operaties en werd de typeaanduiding gewijzigd in Bo-105CB-4. Met succes werd dit type helikopter ingezet in de gebieden van het voormalig Joegoslavië. Eind 2002 werd duidelijk dat aanschaf van een lichte standaard helikopter, als opvolger voor de Bölkow, niet meer werd overwogen. Een aantal toestellen werd nog in de 'vaart' gehouden voor trainingsdoeleinden, maar in de herfst van 2003 werden ook die uit dienst gesteld.
Eenheden:
298, 299 en 300 Squadron van de Groep Lichte Vliegtuigen (GPLV), Elementaire Tactische Helikopter Cursus (ETHC), Groep Helikopters Koninklijke Luchtmacht (GpHKLu), Tactische Helikopter Groep Koninklijke Luchtmacht (THGKLu)
Taken:
Medical/Casualty Evacuation, gebiedsbewaking, verkenning, vervoer van passagiers en Forward Air Control
Aantal: 30 + 1
Bijzonderheden:
Anders dan bij andere helikopters is de Bo-105CB-4 voorzien van een 'starre' kunststof hoofdrotor, hetgeen van invloed is op het vlieggedrag, maar er wel voor zorgt dat de helikopter zeer wendbaar was voor die tijd (1975).
In de loop der jaren wijzigde het kleurschema zich van een groen monotone kleur, via zwart/groen naar een zwart/groen/bruin camouflagepatroon.
In 1982 werd een civiele Bo-105 overgenomen van de KLM met de burgerregistratie PH-NZH. Dit toestel kreeg het registratienummer B-83 en werd voornamelijk gebruikt voor het testen van modificaties en testprogramma's.
Het toestel in de collectie van het NMM:
Bölkow 105CB-4.
Registratie nummer B-37
Constructienummer S-137
Fabrikant M.B.B. (Messerschmitt-Bölkow-Blohm).
Het toestel werd op 22 juli 1975 overgenomen op het vliegveld Manching bij München in aanwezigheid van Dr Ludwig Bölkow.
Op 11 augustus kwam het toestel, samen met de B-38 aan op de Vliegbasis Deelen. De dag erop werden ze overgevlogen naar de Vliegbasis Soesterberg en ingedeeld bij het 298 squadron. De B-37 was ook het eerste toestel wat 1000 vlieguren haalde in april 1978. De bemanning bestond toen uit de Maj. Piet Droog, de SM Ruud van Beek en Aoo Joep Wanders. In mei 1979 werden alle Bölkows ingedeeld bij het 299 squadron. Om logistieke redenen heette het.
In 1983 werd de B-37 voorzien van een camouflage patroon.
In 1999 werd het toestel tijdens de crisis om Kosovo uitgezonden. Op 3 december 1999 tijdens een missie om illegale houtkap in kaart te brengen, vloog het toestel in een hoogspanningsleiding. Verblind door de laagstaande ondergaande zon en het feit dat deze hoogspanningsleiding niet op de kaart stond waren de oorzaak. Twee kabels braken en derde kabel was er verantwoordelijk voor dat 10000 volt de elektrische systemen beschadigden. In het gebied waar boven gevlogen werd lagen veel landmijnen en besloten werd om met het toestel door te vliegen en te landen op Prizren. Als slinglast werd het toestel later vervoerd via Toplicane naar Skopje. Vandaar werd het toestel per vrachtwagen overgebracht naar Nederland. De bemanning bestond uit Elt A. Slagter en Elt. C. Looyen.
In april 2000 werd het toestel overgedragen aan het Militaire Luchtvaart Museum.
Bron: archief Militaire Luchtvaart Museum
In de nadagen van de Kosovo-crisis (1999) maakte de B-37 deel uit van een detachement van 299 squadron dat gestationeerd was te Toplicane. Op 3 december 1999 kwam het, nabij de grens tussen Albanië en Kosovo, in aanraking met een hoogspanningsleiding. Een van de kabels kwam tegen de antenne (de beschadiging is duidelijk te zien) en bracht ernstige schade toe aan de elektronische systemen van de helikopter. De vliegers zagen zich genoodzaakte een voorzorgslanding uit te voeren bij Prizren. Van daaruit is het toestel hangend onder een CH-53 helikopter van het Duitse leger via Toplicane overgevlogen naar Skopje en per vrachtwagen overgebracht naar Nederland.
Technisch onderzoek weer uit dat reparatie van het toestel economisch niet meer verantwoord was. Op 21 februari 2002 werd de B-37 officieel overdragen aan het MLM, thans NMM.
Bron Boek Crossing the border : de Koninklijke Luchtmacht na de val van de Berlijnse muur / P.E. van Loo
blz. 724 t/m 731