Het North American F-86K 'Kaasjager' 'Sabre' jachtvliegtuig met registratienummer Q-305 van het 700 squadron serial number 53-8305 en c/n 54-1305
jachtvliegtuig
Benaming: North American F-86K “Sabre” Nachtjager /Onderscheppingsjager geschikt om te opereren onder alle weersomstandighedenOp 1 oktober 1955 werd de eerste serie van in totaal 63 F-86K’s over zee aangevoerd. De gehele serie waarvan de laatste twee door Fiat afgeleverd werden, was in april 1957 compleet. De squadrons 700, 701 en 702 werden met het toestel uitgerust en waren gestationeerd op de Vliegbases Soesterberg en Twente. In 1959 ging ook 700 naar de Vliegbasis Twente. Ze kregen de registraties Q-237 t/m Q-350 en Q-875 t/m Q-902. De F-86K’s zijn tot 1964 in gebruik geweest. In het land stond de F86K bekend als Kaasjager. De herkomst hiervan is twijfelachtig. Het kan herleiding zijn van de “K” s maar in de tijd van aankomst was een prominente Amsterdammer, de heer Kaasjager, in het nieuws omdat hij het parkeerprobleem op wilde heffen door de grachten te dempen.
De F-86K van het NMM met registratie Q-305 is nooit in dienst geweest bij de Koninklijke Luchtmacht. Het toestel is afkomstig van de Italiaanse luchtmacht. Het had de registratie 51-23 en later 51-67. Het toestel was in dienst van 51st Stormo op de Vliegbasis Rimini als doelsleper. Het toestel werd in 1973 overgevlogen van Italië naar de Vliegbasis Deelen. Op dat moment had het toestel 2588 uren gevlogen. Het toestel was precies op tijd voor de viering van 60 jaar KLu op 30 juni 1973. Hetzelfde jaar werd het toestel overgedragen aan het Militaire Luchtvaartmuseum en maakt nu deel uit van de collectie van het NMM.
Ontwikkeling
De F-86 werd oorspronkelijk ontworpen in 1945 met een rechte vleugel, maar na analyse van buitgemaakte Duitse studies, geheel herzien en uitgevoerd met een pijlvleugel. In 1949 werden de eerste Amerikaanse squadrons uitgerust met toestellen van het type F-86A 'Sabre'. Intussen ontwikkelde North American de F-86D; een 'all weather' variant (uitgerust met radar en een elektronische vuurleiding om onder alle weersomstandigheden te kunnen opereren) en voorzien van 'afterburner' voor extra snelheid en klimvermogen. Als opponent van de Russische MiG-15 bewees de met raketten bewapende F-86D zijn waarde tijdens de Koreaanse oorlog van 1950-1953. In mei 1953 werd overeenstemming bereikt met Fiat in Italië voor licentiebouw van de F-86K. Dit type, vrijwel identiek aan de F-86D, maar slechts bewapend met vier 20 mm kanonnen, vloog voor het eerst in juli 1954 en werd uitsluitend gebouwd voor Europese NAVO-partners in het kader van het Mutual Defense Assistance Program (MDAP).
De F-86K bij de Koninklijke Luchtmacht
Al in 1948 bestonden bij de Legerluchtmacht plannen om de luchtverdediging uit te breiden tot de nachtelijke uren. Gekeken werd naar toestellen van Britse makelij omdat het Commando Luchtverdediging daar ervaring mee had, maar in het begin van de jaren '50 werd duidelijk dat het enige voor die taak geschikte Britse vliegtuig, de Gloster Meteor NF. Mk. 11, te kostbaar zou zijn.
Na langdurige onderhandelingen bleken de Verenigde Staten bereid om, in het kader van het MDAP, 63 Sabre-nachtjagers van het type F-86K (inclusief reservedelen) aan Nederland te leveren. Daarvan werden er 57 gebouwd door North American, die vanaf oktober 1955 in de haven van Rotterdam aankwamen en over de openbare weg naar de Vliegbasis Ypenburg werden vervoerd. Fiat leverde de overige zes toestellen aan de KLu. De eerste twee F-86K's kwamen op 8 december 1955 in dienst bij het 700 AWX (All Weather Interceptor) squadron op de Vlb Soesterberg. Vanaf 1959 waren de alle drie bestaande AWX squadrons gestationeerd op de Vlb Twenthe. Dat de F-86K slechts enkele jaren bij de KLu zou dienst doen werd veroorzaakt door de komst van de Lockheed F-104G 'Starfighter' en het besluit van de NAVO het accent te verlegen van jachtvliegtuigen naar grond-lucht geleide wapens omdat met bemande vliegtuigen niet snel genoeg meer kon worden gereageerd op de acute vijandelijke dreiging.
De laatste vlucht met een F-86K van de KLu werd gemaakt op 30 juni 1964.
Eenheden: 700, 701 en 702 Squadron
Aantal: 63
Taak: Onderscheppingsjager geschikt om te opereren onder alle weersomstandigheden
Bijzonderheden
Nadat in 1964 de laatste F-86K uit dienst was gesteld werden acht toestellen overgedragen aan de Italiaanse Luchtmacht. Drie andere toestellen bleven in Nederland, waarvan er één 'poortwachter' werd bij de ingang van de Vlb Twenthe, terwijl de andere twee net als de resterende toestellen op Soesterberg werden verschroot.
De F-86K kreeg als bijnaam 'Kaasjager'. Over de betekenis daarvan doen vele verhalen de ronde. Het zou een verbastering zijn van het fonetisch uitgesproken 'efzesentachtigka's', maar een andere versie is dat in de tijd van aankomst van de F-86K een prominente Amsterdammer, de heer Kaasjager, in het nieuws kwam, omdat hij aan de parkeerproblemen in de hoofdstad een eind wilde maken door de grachten te dempen! De tradities van de drie AWX Squadrons worden voortgezet door resp. 500, 501 en 502 squadron van de 5e Groep Geleide Wapens, uitgerust met Hawk-luchtdoelraketten.
Het toestel in de collectie van het NMM:
North American F-86K met Klu registratie Q-305
Deze tentoongestelde F-86K heeft nooit bij de Klu gevlogen maar is afkomstig van de Italiaanse luchtmacht.
Het toestel is gebouwd bij Fiat en kreeg constructienummer 53-8305. Met s/n 38305 afgeleverd aan de Italiaanse luchtmacht met registratie nr. 51-23 en later 51-67.Het toestel was in dienst van 51st Stormo op de Vlb. Rimini als doelsleper. Het toestel werrd in 1973 overgevlogen naar de Vlb. Deelen. De route liep van Rimini, Caselle Reims naar deelen. Op dat moment had het toestel 2588 ac/hrs. Het toestel was precies op tijd voor de viering van 60 jaar Klu op 30-06-1973. Het zelfde jaar werd het toestel vervoerd naar het Klu museum te Soesterberg.
De originele Q-305 (c/n 54-1305) behoort niet tot de toestellen die overgedragen waren aan de Italiaanse luchtmacht maar werd gesloopt op de Vlb. Soesterberg. Het toestel kwam in dienst in juli 1956 en werd gesloopt in oktober 1964. De vlieguren bedroegen 1350.7. Het was in dienst geweest bij 700 squadron op de Vlb. Twenthe en heeft ook met de squadroncode 6A-10 gevlogen. De reden dat gekozen is voor Q-305 bij het museum vliegtuig is dat het constructienummer van de gesloopte F-86 ook eindigde op 305.
Als gevolg van de 'opruimwoede' in de jaren '60 was er geen exemplaar van de F-86K bewaard gebleven. Met toestemming van de Verenigde Staten schonk Italië een in licentie gebouwde F-86K Sabre (met USAF registratie 53-8305) aan Nederland. Het toestel was kort daarvoor uit dienst gesteld bij het 5e Stormo van de Italiaanse Luchtmacht op de Vliegbasis Rimini. Op 12 juni 1973 landde dit toestel op de Vlb Deelen, waar het de registratie Q-305 kreeg en van Nederlandse kleuren werd voorzien, zoals destijds in gebruik bij het 700 Squadron. Bij de KLu heeft een F-86K (met USAF registratie 54-1305) met de registratie Q-305 operationeel gevlogen, maar dat toestel is in oktober 1964 gesloopt.
Op de rechter romp is een zwarte plaquette met zilverwitte letter gelijmd met tekst:
F-86K "Sabrejet", serial number 53-8305 donated to royal netherlands air force
historical museum by the government of the united states of america.
F-86K's furnished by the united states military assistance program were outstanding
all weather interceptor aircraft and playedan important role in the history of the
netherlands air force.
For a period of eight years this aircraft was
flown by dedicated royal netherlands air
force pilots and provided a significant
contribution to the nato alliance in the
defense of western europe and the free
world.