Rapier met komgevest, 1675-1700
rapier
Rapier met komgevest, 1675-1700.Totale lengte: 1140 mm, klinglengte: 980 mm, klingbreedte: 25 mm
Rapier met ajourgewerkt komgevest, gladde pareerstang met drie insnoeringen. Gevestbeugel met enkele schijfvormige oranamenten. Greep met bruin getint metaaldraad omwikkeld, metaaldraad wordt begrenst door twee wit metalen banden met zigzag motief. De pareerstang is aan beide zijden afgebroken buiten de kom. De kom heeft twee uitsparingen waar de pareerstang in rust. De kom is aan de pareerstang vastgemaakt met twee schroeven. In het dieptepunt van de kom (binnenzijde) is een tweede plaatje aanwezig dat aan de kom is vastgemaakt met twee schroeven. Deze schroeven bevinden zich aan de platte zijde van de kling. De kom is van origine rond en symmetrisch uitgevoerd, maar heeft op het moment een meer ovale doorsnede, die boller is aan de rechter/buitenzijde.
Vgl. Norman en Barne (1980) hilttype 104 (1675-1700)
Gedrongen greepknop rond in doorsnede. Versierd met spiraalvormige groeven die een tulbandmotief vormen.
Vgl. Norman en Barne (1980) pommeltype 66 (1630-1700 of later).
Handgreep heeft een rechthoekige doorsnede met afgeronde hoeken. Het geheel is omwikkeld in koperdraad met aan beide uiteinden een band van zilverkleuring met kriskras-versiering. Mogelijk is dit een latere toevoeging, aangezien een vlechtwerk van ijzerdraad (Turkse knoop) gebruikelijker is gedurende deze tijd.
Op de kling is een middengeul aanwezig tot een kwart van de bladlengte. Hierin is de inscriptie Tomas Aiala (buitenzijde) en An Toledo (binnenzijde) aanwezig met op het uiteinde van de middengeul een ankerstempel. Aangezien Tomas Aiala als smid actief was aan het eind van de 16e eeuw, in combinatie met de ankers, is het onwaarschijnlijk dat de kling is gemaakt in Toledo. De kling komt waarschijnlijk uit Solingen. De handgreep kan wel in Spanje gemaakt zijn.