Kanon op een affuit waarop een schutdak is gemonteerd waarachter de soldaat zich verschanst - Plaatwerk behorende bij een uitgave van Vegetius' De Re Militari
buitentekstillustratie
Vergeten geschutHoewel het jaar 1677 wordt beschouwd als het ‘geboortejaar’ van de Nederlandse
artillerie,1 dateert de eerste beschrijving van de Nederlandse artillerie uit 1624.2 Dit
boek van Hendrik Hondius en was een tegenhanger van een beschrijving van de
Spaanse artillerie, geschreven door Diego Ufano, dat al in 1613 voor het eerst werd uitgegeven
in de Zuidelijke Nederlanden. Het boek van Hondius was het resultaat van de
ontwikkeling die de artillerie had doorgemaakt sinds het begin van de Nederlandse
Opstand. Vooral vanaf 1590 werden veel militaire vernieuwingen doorgevoerd die hun
neerslag vonden in gedrukte vorm. In 1599 verschenen ook twee officiële publicaties
aangaande de artillerie, uitgevaardigd door de Staten-Generaal. Vanaf 1588 waren in
de Noordelijke Nederlanden echter verschillende Nederlandse vertalingen verschenen
van buitenlandse boeken over het zogeheten bus- of bosschieten, terwijl er voor
die tijd ongetwijfeld anderstalige werken circuleerden over dit onderwerp. Reeds
in de tweede helft van de veertiende eeuw was namelijk overal in de noordelijke
Nederlanden het vuurgeschut in gebruik gekomen. De naam bus of bos raakte in de
middeleeuwen in gebruik als naam om het buisvormige geschut mee aan te duiden.
In veel steden werd dit geschut beheerd, en zo nodig ingezet, door de busmeester of
busschieter. De kennis die daarvoor nodig was, lag besloten in buitenlandse literatuur.
Toen het Legermuseum in 1999 de kans kreeg om door middel van aankoop een
stuk geschut te verwerven uit de beginperiode van de Nederlandse artillerie – over
een smoking gun gesproken – is deze met beide handen aangegrepen.3 Het stuk, een
smeedijzeren bombarde voor het verschieten van stenen kogels en daarom ook wel
aangeduid als steenstuk, is opgegraven in Leuven en dateert uit de eerste helft van de
vijftiende eeuw.
Forgotten ordnance
Though the year 1677 is regarded as the year of birth of the Dutch artillery, the first
description of the Dutch artillery was published in 1624. Moreover, the States General
published official publications on the artillery for the Army of the United Provinces in
1599. Before that, Dutch translations of foreign manuals on gunnery circulated in the
Netherlands. In fact, ordnance was taken into use all over the country as early as the
second half of the 14th century. In 1999, the Army Museum was therefore delighted to
be able to purchase a gun dating from the earliest period of the Dutch artillery. This
bombard was excavated in the Southern Netherlands city of Leuven.
1 Jan Hoffenaar, e.a., Vuur in beweging. 325 jaar veldartillerie 1677-2002 (Amsterdam 2002) 9,
23-24
2 Louis Ph. Sloos, Gewapend met kennis. 500 jaar militaire boekcultuur in Nederland (Nijmegen
2012) 131-145
3 Zie over deze bombarde: Jos Hilkhuijsen, ‘De Leuvense bombarde. Belegeringswapen of
scheepskanon? Onderzoek naar een laatmiddeleeuws geschut in de collectie van het Leger
museum’, in: Armamentaria. Jaarboek Legermuseum 37 (2002) 176-195
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 134-135) -
Vijftiende-eeuws geschut zoals afgebeeld in Vegecivs. De. Re. Militari.
([Erfurth, Hans Knapp, circa 1511]), een platenatlas voor het
krijgskundige boek van de Romein Vegetius, 4e eeuw n.Chr.
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 135)