kolonel Marcus Busch (1769-1843)
portret
Marcus Busch was als kolonel van de schutterij betrokken bij de strijd tegen de Fransen in Delfzijl en omstreken. Voor zijn inzet tijdens het Beleg van Delfzijl (1813-1814) ontving hij de MWO 3e klasse. Hij was de enige schutterijofficier aan wie deze hoge onderscheiding werd verleend.Op 6 mei 1828 werd hij bij Koninklijk Besluit benoemd tot kolonel der Groninger dienstdoende schutterij. Toen in augustus 1830 de Belgische opstand uitbrak, kreeg Busch het commando over de Eerste Afdeling Groninger schutterij.
In juni 1831 volgde zijn aanstelling als commandant van de Tweede Brigade van de Reservedivisie, die bestond uit vier bataljons schutterij. Zijn benoeming was hoogst ongebruikelijk, want de functie werd in de regel uitgeoefend door een beroepsofficier met de rang van brigadegeneraal. Marcus Busch is dan ook de enige officier van de schutterij geweest die een dergelijke functie heeft vervuld.
Na afloop van de Tiendaagse Veldtocht bleef Busch met zijn manschappen nog tot september 1834 in het Zuiden gelegerd. Daarna werden de schutterijen gedemobiliseerd. Busch werd weer kolonel der dienstdoende schutterij in deeltijd. Bij KB van 24 mei 1838, no 9 werd hij eervol ontslagen.
Na zijn militaire carrière werd Busch directeur der provinciale belastingen te Groningen.
Als vrijmetselaar was hij sterk betrokken bij De Loge L'Union Provinciale (deze bood hulp aan de gewonden uit de Tiendaagse Veldtocht), waarvan hij van 1810 tot 1813 en van 1820 tot 1827 Voorzittend Meester was.