Herinneringsdoek of batikdoek van het Garderegiment Prinses Irene
batikdoek
Militair-historische toelichtingHet Garderegiment Prinses Irene was in Indië vertegenwoordigd met vier bataljons: het 3e Bataljon, ingedeeld bij de Ie (C) Divisie '7 december'; het 4e Bataljon, inge¬deeld bij de 2e (D) Divisie 'Palmboom'; het 5e Bataljon, ingedeeld bij de E Divisie; en het 6e (412) Bataljon, ingedeeld bij de 41e (F) Brigade.
Het 3e Bataljon van het Regiment Prinses Irene arriveerde in het najaar van 1946 in Indië, het laatste bataljon keerde in december 1950 huiswaarts. Zij werden ingezet op onder andere Java, Sumatra, Celebes en Nieuw-Guinea.
De correcte aanduiding van 'Prinses Irene' eenheden is als volgt: tijdens de Tweede Wereldoorlog is het onderdeel in Groot-Brittannië opgericht als 'Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene', in 1946 vond heroprichting plaats onder de naam 'Regiment Prinses Irene', in 1948 werd het 'Garderegiment Prinses Irene', en vanaf 1952 'Garderegiment Fuseliers Prinses Irene'.
Stijl- en afbeeldingsbeschrijving
De doek is polychroom gekleurd met een indigo achtergrond. De tekst met banderol met kroon en wajang-kulit figuren zijn met de hand gebatikt. De bloemenrandversiering (tumpal), de twee bloemen ornamenten (boeketten) en de lauwerkrans zijn gestempeld. De twee afgebeelde wajang-kulit figuren tonen een scène uit het heldenepos de Mahabharata, en wel uit de Bharatayuda. De linker, edele held heet Kresna (Prabu, Sri) en de rechter held heet Setyaki (Raden). Kresna is de personificatie van Wisnu (Vishnu = godheid der Hindoes) op aarde en koning van Dwarawatï.
De bloemmotieven zijn in de buketanstijl gebatikt wat kenmerkend is voor Pekalongan (Kota batik).
Uit: Soldatensouveniers in batik 1945-1950, Catalogusnummer 16