Mortiermijn antipersoneel nr 23, opengewerkt
landmijn
Te zien in het museum:M17.00.18O.03
Modificatie mortiermijn AP-231Het ministerie van Defensie begon in samenwerking met de Artillerie Inrichtingen in
1958 met de ontwikkeling van een nieuwe antipersoneelsmijn. In NAVO-kringen werd
algemeen aanvaard dat een mortiermijn het juiste wapen was om eigen antitankmijnenvelden
passief mee te beveiligen. Doordat een mortiermijn na activering explodeert
op ongeveer een meter boven de grond, is er kans op meerdere slachtoffers.
De ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog hadden dat heel duidelijk gemaakt en
benamingen als jumping jack en silent soldier herinnerden daaraan. In 1966 was het
ontwerp gereed en kregen de Artillerie Inrichtingen een opdracht voor het vervaardigen
van 50.000 stuks.
Na een aantal noodlottige ongevallen met de mijn, besloot het ministerie de AP-23 te
modificeren. Het doorsnedemodel in de collectie van het Legermuseum is een dergelijke
modificatie, die echter niet is doorgevoerd.
Onder invloed van de gewijzigde politieke omstandigheden (beƫindiging Koude
Oorlog, Verdrag van Ottawa) werd op 11 maart 1996 besloten om alle antipersoneelsmijnen
af te schaffen. Ook de mijnen AP-23 moesten worden vernietigd. Eind juli 1998
was de vernietiging compleet. Gegeven de historie van de AP-23 is geen voorraad
aangehouden ten behoeve van onderzoek- en beproevingsactiviteiten.
Omdat alle sporen van het bestaan van de AP-23 zijn uitgewist, is de verwerving van
het museumexemplaar zeer curieus. In december 2006 kreeg het museum een foto
toegestuurd met de vraag het daarop afgebeelde voorwerp te identificeren. Na contact
te hebben opgenomen met de eigenaar bleek dat deze de mijn had gekocht op
een rommelmarkt. Hoe dit unieke, gemodificeerde exemplaar daar terecht is gekomen,
zal wel altijd een raadsel blijven. Feit is dat de eigenaar graag bereid was de mijn
tegen de aankoopprijs te verkopen aan het museum. Een verwijzing naar de bepalingen
in de Wet Wapens en Munitie heeft daartoe ongetwijfeld bijgedragen!
Modification mortar mine AP-23
In 1958, the Dutch Ministry of Defence ordered the development of a new antipersonnel
mine able to explode above ground and intended to protect anti-tank
minefields.
The design was approved in 1966 and 50,000 mines were ordered. Unfortunately,
several fatal incidents occurred and the Ministry decided to modify the construction.
However, none of the modifications were accepted because of the dangers involved.
After the Treaty of Ottawa, all anti-personnel mines had to be destroyed, a task that
was completed in1998. No traces of the AP-23 mine were left. However, in 2006, a pic-
ture of an unknown object was sent to the museum for identification. It proved to be
one of the modifications which the owner had purchased at a flea market. Reminded
of the law on explosives, the owner was persuaded to sell the mine to the museum for
the flea market price. It is the only known model of the AP-23 in existence.
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 48-51)