Infantriesabel, Nederland, 17846
sabel
Gevest gemaakt van messing met een licht neerwaarts gebogen, taps toelopende achterpareerstang voorzien van een neerwaarts gebogen einddruppel. Aan de andere zijde van de kling gaat de taps toelopende voorpareerstang soepel over in een smalle, D-vormige knokkelbeugel. De knokkelbeugel heeft een ronde doorsnede en is met een schroef bevestigd aan de snuit van de greepkap. Aan de knokkelbeugel is een sabelkwast bevestigd met de kleuren van de Nederlandse vlag. Gezien de goede staat van de sabelkwast is het mogelijk een latere vervanging.De handgreep is gemaakt van hout en is met touw voorzien van elf ribben. De handgreep is daarna omwikkeld met haaienleer en tussen de ribben is de handgreep omwikkeld met een combinatie van recht en getwijnd messingdraad. De handgreep is bedekt met een gladde, brede greepkap van messing. Het uiteinde van de greepkap is bol en bovenop de greepkap is een kleine ovale angelknop aanwezig. Aan de onderzijde van de handgreep zijn de handgreep en de greepkap omwikkeld met een gladde, brede greepring van messing aanwezig.
De kling is licht gebogen, eensnijdend en gemaakt van ijzer. De kling is voorzien van een asymmetrische punt en de laatste circa elf centimeter van de klingrug kan geslepen worden. De snijranden van de kling zijn arsenaal geslepen en vertonen geen bramen of slijpsporen. De kling is voorzien van versiering in de vorm van enkele geëtste ornamenten. Verder is er een inscriptie op de kling: "WIJK / 29 / No = 74 / 1784". Dit is een inventarisnummer, oftewel sabel nummer 74 van wijk 29 (van een onbekende stad; mogelijk Amsterdam) in 1784. Mogelijk is de sabel eerder dan dit jaartal gemaakt en ook later gebruikt. Inscripties met "Wijk" wijzen erop dat de sabel gebruikt is door de burgerwacht, vaak rond de patriottentijd rond 1784.
De schede is gemaakt van leer en is versierd met banen parallel aan de randen. Aan het uiteinde van de schede is een gladde brede schedepunt van messing aanwezig. De schedepunt is voorzien van een eindpunt. Aan de bovenzijde van de schede is een gladde, brede schedemond aanwezig van messing. Aan de onderzijde van de schedemond is een gat aanwezig waar een koppelhaak doorheen steekt. De koppelhaak is met de niet-methode aan de schede en schedemond bevestigd. De koppelhaak is daarnaast versierd met aan de bovenzijde een dubbele groef en aan de onderzijde een gestylleerde eindpunt.