Degen, 1800-1810
degen
Het gevest is gemaakt van messing, maar versierd op een manier die doet denken aan de Shakudo- of tonkingstijl. Hierbij zijn de uitgebeitelde sierelementen verguld en de lagere delen zwart gemaakt. Het gevest is versierd met bloem- blad- en rankmotieven waarbij de versiering eerder een Europese, dan Chinees-Japanse stijl volgt. Het gevest is voorzien van een achterpareerstang die in tweeën splitst. Een helft reikt tot aan de stootplaat en de ander krult weer richting de basis van de achterpareerstang. De achterpareerstang onstpringt uit een gedrongen pareerblok waaruit uit de andere zijde eenzelfde stijl voorpareerstang ontspringt. Het verschil met de achterpareerstang is wel dat uit de splitsing ook een D-vormige knokkelbeugel ontspringt. Deze knokkelbeugel zit zowel verzonken in de gevestknop, als dat deze verder doorbuigt richting de handgreep. De stootplaat heeft een afgerond rechthoekige vorm en is licht bol. Het gevest is geïdentificeerd als een Norman gevesttype 112 (1800-1850).De handgreep is spoelvormig en gemaakt van messing met een ovale doorsnede. Ook de handgreep is versierd met de imitatie Shakudo-/Tonkingstijl.
De gevestknop is rond met een ovale doorsnede. Bovenop de gevestknop is een koker geplaatst met daarop een messing angelknop. De gevestknop is geïdentificeerd als een mengeling tussen de Norman knoptypes 91 en 92 (1780-1810).
De kling is recht, tweesnijdend en gemaakt van ijzer. Het blad heeft een zeshoekige doorsnede en het sterk van de kling is sterk verbreedt. Op ongeveer 1/4e van het blad versmalt de kling snel, waarna deze geleidelijk tot aan de punt versmalt. Deze stijl wordt 'à la Colichemarde' genoemd. De kling is versierd met rococo rollen, bloemen, een hekwerk en een Ottomaanse soldaat met schild en langboog. De kling is gedateerd tot de periode 1725-1760 en het gevest is dus later aangebracht.