Degen, Amsterdam, 1768-1785
degen
Gevest gemaakt van gegoten zilver met een neerwaarts gebogen achterpareerstang eindigend in een als schelp versierde eindknop. De achterpareerstang ontspringt uit een pareerblok dat is versierd met op beide zijden een opgeheven draak. Uit de andere zijde van het pareerblok ontspringt een D-vormige knokkelbeugel, waarbij de verdikking in het midden vergelijkbaar versierd is als het pareerblok. De knokkelbeugel zit verzonken in de gevestknop. Onder de achterpareerstang en de knokkelbeugel ontspringen uit het pareerblok twee vingerringen. Deze vingerringen reiken tot aan de stootplaat, maar staan er niet mee in verbinding. Door een gietfout zijn de eindknop van de achterpareerstang en de dichtsbijzijnde vingerbeugel met elkaar versmolten. Tussen de stootplaat en het pareerblok is een gefacetteerd stootblok aanwezig. De stootplaat is symmetrisch en 8-vormig uitgevoerd waarbij elke helft aan zowel binnen- als buitenzijde is versierd met een schelp (roccoco-versiering). De schelp is omringd door de verdikte rand van de stootplaat. Het gevest is geïdentificeerd als een Norman gevesttype 112 (1750-1800).De handgreep is spoelvormig en gemaakt van zilver met een ovale doorsnede. De vlakke zijden van de handgreep zijn versierd met een opgeheven draak op een rots, omringt door rollen en schelpen (Roccoco-versierig).
De gevestknop is uivormig en gemaakt van zilver met een ovale doorsnede. De gehele knop is versierd met dezelfde soort versiering als de handgreep (opgeheven draak op de vlakke zijden, omgeven door schelpen en rollen). Op de gevestknop is een angelknop aanwezig. De knop is geïdentificeerd als een Norman knoptype 88 (1700-1780).
De roccoco-stijl die is gebruikt voor het gevest, beleefde zijn hoogtepunt tussen 1730 en 1760, maar kan ook zeker later nog gebruikt zijn.
De kling is recht, tweesnijdend en gemaakt van ijzer. Op de buitenzijde van de kling is een sterk verhoogde middenrichel aanwezig, waardoor de kling een driehoekige doorsnede heeft. Het sterk van de kling is versierd met bladranken, met op de binnenzijde ook nog gekruisde vaandels, een schedel met gekruiste botten, een pijl, kroon en zonnestralen samen met de tekst "LA FIN COURONNE LEOUVRE" (het einde bekroont het werk). Op de basis van de kling heeft de zwaardveger zijn naam en adres geplaatst: "Abraham De Celliee, M(eeste)r Zwaardveeg(er) in de Kalverstraat tot Amsterdam". De Nederlandse versie staat op de binnenzijde en de Franse vertaling op de buitenzijde.
Abraham Du Celliee was een zwaardveger die tussen 1768 en 1785 actief was in Amsterdam. Gezien de versierstijl zal dit gevest waarschijnlijk door hem zijn gemaakt in de eerste jaren van zijn carrière, maar bij gebrek aan zichtbare jaarmerken, is dit niet met zekerheid te zeggen.