Kruis voor Betoonde Marsvaardigheid [vierdaagsekruis] (voor 1959)
medaille
Het Kruis voor betoonde marsvaardigheid, meestal Vierdaagsekruis genoemd, is een onderscheiding, die door de Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding wordt uitgereikt aan al diegenen die de Vierdaagse Afstandmarsen, meestal de Vierdaagse van Nijmegen genoemd, lopen en aan al de daarvoor gestelde normen en regels voldoen.Op 26 oktober 1909 heeft koningin Wilhelmina in een Koninklijk Besluit infanteristen beneden de rang van officier toestemming verleend om het kruis op hun uniform te dragen. De marsvaardigheid van cavalerie en marine leek minder belangrijk. Pas in het Koninklijk Besluit van 21 november 1928 werd aan àlle militairen van de Landmacht toestemming gegeven het Vierdaagsekruis op het uniform te dragen. In de jaren daarna werd ook aan militairen van de zee- en luchtstrijdkrachten dezelfde toestemming verleend.
Het kruis is een vijfarmig verguld bronzen plaatje met ingekeepte armen en parels op de punten. In het midden van het kruis is een ingekeept schildje geplaatst waarop een zogenaamde Nederlandse Leeuw is afgebeeld in een Hollandse Tuin. Op de armen van het kruis stond tot en met 1958 de afkorting "N B V L O". In 1958 kreeg de bond het predicaat Koninklijk, en sinds 1959 is de afkorting daarom gewijzigd in "K N B L O".
De tweede deelname wordt met een kroon als verhoging aangeduid.
De derde en vierde deelname worden met groen geëmailleerde schildjes op het lint beloond. Op deze ovale schildjes staat het Arabische getal "3" of "4" in brons.
Wie voor de vijfde maal heeft meegelopen ontvangt een zilveren kruis met blauw geëmailleerde armen. Vóór 1918 kreeg men dit kruis na de derde deelname.
De zesde succesvolle vierdaagse levert een zilveren kroon boven het kruis op.
De zevende, achtste en negende deelname worden geëerd met een ovaal blauw schildje. Op deze ovale schildjes staat het Arabische getal "7", "8", of "9" in zilver.
De tiende deelname wordt met een verguld zilveren kruis met wit geëmailleerde armen en groen geëmailleerde gestileerde lauwertakjes tussen de armen beloond.
De elfde deelname wordt -gelijk de 6e volbrachte vierdaagse- bekroond en de daarop volgende 13 deelnames worden op ovale groene schildjes met gouden Arabische cijfers aangegeven.
De vijfentwintigste deelname wordt met een oranje schildje met groene lauwerkrans gememoreerd.
De zesentwintigste tot negenendertigste vierdaagse leveren een aangepast oranje schildje op.
De veertigste maal dat men de Nijmeegse Vierdaagse loopt levert het gouden, wit geëmailleerde kruis met gouden kroon op. De lauwertakjes tussen de armen worden oranje gekleurd. Tevens wordt er op het lint een wit ovaal plaatje gedragen met daarop het vergulde cijfer "40" binnen een groen geëmailleerde lauwerkrans.
Na de eenenveertigste tot negenenveertigste deelname wordt het witte plaatje aangepast.
De vijftigste maal dat men de vierdaagse loopt levert een oranje geëmailleerd gouden kruis met kroon en een witte lauwerkrans tussen de armen op. De lauwerkrans op het nummerplaatje wordt vervangen door een geparelde gouden rand.
Bij zestig deelnames ontvangt men het gouden kruis met kroon met blauw geëmailleerde armen en witte lauwertakjes. Op het lint wordt een wit ovaal plaatje gedragen met daarop het vergulde cijfer "60" binnen een dubbele geparelde rand.
Bij de eenenzestigste en volgende wandeltochten wordt het cijfer op het plaatje gewijzigd.
Bron: Wikipedia.