Zwarte sjako Model 1831 'Hoedje van papier', manschappen Mobiele Schutterij
sjako
Te zien in het museum:M16.00.34Q.03
Hoedje van papier, 1831De zwart lederen sjako, voorzien van een oranje kokarde van leer, heeft toebehoord
aan een soldaat van de mobiele schutterij. De binnenkant is van karton en bekleed
met linnen. Aan de sjako is een leren kinband met een gesp en een zogeheten
schuiver bevestigd. De binnenkant van het deksel van de sjako is verstevigd met twee
kruislings geplaatste stokjes. De lederen buitenzijde bestaat inclusief de klep en de
stormband uit zeven aan elkaar genaaide delen.
De mobilisatie van de zogeheten dienstdoende en rustende schutterijen in het najaar
van 1830 bracht allerlei problemen met zich mee. Als gevolg van de Belgische Opstand
moest een nieuw leger gevormd worden, mede omdat troepen waren overgelopen
naar de Belgen en de inhoud van de magazijnen in de zuidelijke Nederlanden
voor ons verloren waren gegaan. Om die reden kreeg de hoedenfabrikant van de
koning, J. Leenaarts te Utrecht, op 27 december 1830 van generaal baron Tindal de
opdracht een sjako te ontwerpen. Deze moest bestand zijn tegen sabelhouwen en
regen, maar bovenal moest er in korte tijd een groot aantal van geleverd kunnen worden.
De volgende morgen ontving de generaal reeds een model, op 2 januari werden
dertig standmodellen afgeleverd, en op 5 januari werd de order verstrekt. Er werden
duizenden exemplaren van dit type sjako aangemaakt, onder andere voor plattelandsschutters
en nieuw opgekomen miliciens. Weldra ontstond het kinderliedje
’een, twee, drie, vier, hoedje van, hoedje van,
een, twee, drie, vier, hoedje van papier.
Als het hoedje dan niet past, zetten we het in de glazen kast,
een, twee, drie, vier
hoedje van papier’.
Shako made of leather, paper and linen
The Belgian Revolt of 1830 triggered the military intervention by the northern part
of the Netherlands in 1831. This resulted in what became known as ‘The Ten Days’
Campaign’, lasting from 2 to 12 August 1831, which was very successful. The Belgians
were defeated but they did get military support from an invasion of the French Army.
Eventually, the southern part of the Netherlands became a free and sovereign state
named Belgium. The northern Netherlands Royal Army suffered considerable losses
in the south due to deserters and the revolutionary army. This was compensated by
a large-scale mobilisation in the north – thousands were called up, including the city
and country yeomanry. A large number of headdresses, shakos, were needed and
within the space of just one month, the King’s hatter, J. Leenaarts of Utrecht, designed
a simple shako which was then produced in their thousands.
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 232-233)