Blauw grijs kartonnen doos tbv opbergen van een Vito-C Voigtländer camera, in de doos zes filmblikjes
doos
Een lege doos vol herinneringenIs in de collectie al een en ander aanwezig aan militaire verpakkingsmiddelen, ook
civiele verpakkingen ontbreken niet, zoals dit fraai uitgevoerde doosje behorende bij
een Voigtländer fototoestel. ‘Voigtländer 1756-1956’ staat op het deksel van de doos.
Johann Christoph Voigtländer begon in 1756 zijn optisch bedrijf, wat in 1840 zijn
eerste fotografische lens vervaardigde. Een jaar later bracht Voigtländer zijn eerste camera
op de markt. In deze doos echter geen camera, maar enkel wat lege aluminium
filmbusjes.
Het doosje is afkomstig van oud-korporaal No Op den Oordt, die in 1961 als dienstplichtig
soldaat als aflossing naar Nederlands Nieuw-Guinea werd gezonden. Voor zijn
diensttijd was Op den Oordt werkzaam in de Radium bandenfabriek te Maastricht, in
de warmte van de vulkaniseerafdeling. Als dienstplichtig infanterist vond hij het op de
Nederlandse oefenterreinen maar bitter koud en hij besloot zich als vrijwilliger op te
geven voor dienst in de tropen. Hij kwam op Nieuw-Guinea terecht bij de E-compagnie
van het 6e Infanterie Bataljon te Sorong. Om de unieke omstandigheden waarin
hij verzeild was geraakt vast te kunnen leggen besloot Op den Oordt te sparen voor
een fototoestel. Na drie maanden kocht hij bij de Welzijnszorg op de Remoekazerne
te Sorong voor 150 gulden een Voigtländer Vito-C met losse lichtmeter. De Vito-C was
een eenvoudige kleinbeeldcamera (1959), voorzien van een vaste Lanthar 2.8/50mm
lens en een Pronte sluiter van 1/250 sec.
Op den Oordt had zijn camera altijd bij zich. Doorgaans borg hij het toestel op in zijn
bepakking, dat precies bleek te passen in de ronde KL-eetketeltjes. Hij fotografeerde
overal: op de kazerne, op oefening, tijdens wachtdiensten op het eilandje Jefman
(met de vliegstrip van Sorong) en tijdens acties tegen Indonesische parachutisten in
de omgeving van Teminaboean. Zijn werk biedt dan ook een veelzijdig beeld van het
soldatenleven op Nieuw-Guinea. Enkele films had hij in Sorong laten ontwikkelen, dat
daar echter niet erg zorgvuldig gebeurde met vlekken op de negatieven tot gevolg.
Voortaan stuurde hij de belichte films ter verwerking naar Nederland. De foto’s vonden
gretig aftrek onder zijn kameraden, wat hem nog een leuke bijverdienste opleverde:
10 cent winst per fotoafdruk.
Op het eiland Jefman kwam hij voor het eerst oog in oog te staan met Indonesische
infiltranten, afkomstig van de Indonesische motortorpedoboot Matjan Tutul die op
15 januari 1962 tijdens een infiltratiepoging was gekelderd door Hr. Ms. Evertsen.
Nadat op 18 augustus 1962 de wapens werden neergelegd kregen de Indonesische
infiltranten verzamelplekken toegewezen vlak bij de belangrijkste plaatsen langs de
Zuid- en Westkust. De met de infiltranten afgesproken demarcatielijn bij Sorong was
een riviertje, langs de leprozerie die even buiten de kustplaats was gelegen. Op een
bruggetje werd de demarcatielijn bewaakt door militairen van 6IB. Besprekingen met
de Indonesische militairen vonden plaats op de leprozerie. Korporaal Op de Oord was
daar getuige van, evenals zijn fototoestel. Een Indonesisch officier, 1e luitenant bij de
Pasukan Gerak Tjepat (PGT, paracommando’s van de Indonesische luchtmacht), toonde
veel belangstelling voor de Vito-C van Op de Oordt en vroeg of hij deze wilde verkopen.
De vraagprijs van 150 gulden, feitelijk de nieuwprijs (!), werd door de Indonesiër
probleemloos geaccepteerd. Indonesische kaderleden hadden doorgaans Hollands
geld meegekregen om voor hun mannen voedsel en dergelijke te kunnen kopen van
de Papoeabevolking. Voor korporaal Op den Oordt het rolletje uit zijn camera haalde
en zou overgaan tot de feitelijke verkoop maakte hij nog één laatste foto, een portret
van de rokende Indonesische luitenant die zich inmiddels verzekerd wist van een fototoestel
om op zijn beurt Irian Barat vast te kunnen leggen voor thuis. Het lege doosje
ging mee naar Nederland, gevuld met filmbusjes met daarin de laatste fotografische
herinneringen aan Nieuw-Guinea.
An empty box full of memories
This fine Voigtlander camera box invokes memories of conscript corporal No Op den
Oordt’s military tour of duty in Dutch New Guinea in 1961-1962. He volunteered for
duty in the tropics to escape training in the bitter cold of the Netherlands. On arrival,
he decided to buy a camera and took black and white photographs of almost every aspect
of his tour, including the confrontation with Indonesian infiltrators in the summer
of 1962. After the hostilities ended, corporal Op de Oordt sold his camera to one of the
former infiltrators. The last picture he took was a portrait of this Indonesian officer. He
brought home the empty box, which contained film rolls with his last visual memories
of Dutch New Guinea.
Literatuur
- Bruggen, C. van ‘Groeten uit Teminaboean’ in: Armamentaria 38 (2003) 180-205
- Gesprekken met No Op de Oordt (2012)
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 136-139)