Schijfdolk, 1400-1450
dolk
Te zien in het museum:M.14.0.20O.03
Gevest met de contour van een Romeinse ‘I’ waarvan de schreven in feite worden gevormd door twee horizontaal geplaatste even grote ronde messingplaten met gelobde randen waarvan de boven- en de onderzijden als blaadjes van een bloemkelk zijn gegraveerd. De onderste plaat, de stootplaat, is van onderen niet gegraveerd en aan één zijde omlaag gebogen. Het omgebogen deel ligt parallel met de kling en is ajour bewerkt met een gotische vierpas. Cilindrische greep van 3 messing manchetten afgewisseld met twee stukken noten(?)hout. De manchetten zijn elk versierd met een serie rondom lopende gegraveerde lijnen. De klingangel is op de schijfknop vastgeklonken, met een ijzeren klinkplaatje gevormd als een kruisbloempje.Min of meer gelijkmatig taps aflopende spitse kling met dikke schouder. De laatstgenoemde is 35 mm lang en rechthoekig (10.1 bij 10.4 mm) van doorsnede. De rest van de kling is ruitvormig waarbij de graten precies in het midden van de vlakken van de schouder beginnen. Van het uiterste puntje van de kling zijn enkele millimeters afgebroken en de punt is bijgevijld.
Bodemvondst, de houten greepstukken zijn latere toevoegingen. Vermoedelijk een wapen bestemd voor dracht bij een kostuum of bij burgerkleding. De stootplaat is omgebogen aan de draagzijde om de dolk gemakkelijk tegen het lichaam te kunnen dragen.
Totale lengte: 332 mm/ Lengte kling: 228 mm/ Grootste breedte kling: 11.4 mm
Literatuur: Schneider & Stüber (Waffen im Schweizerischen Landesmuseum, 1980; zie bibliografie) beelden onder de nrs. 415-422 een hele reeks soortgelijke dolken af die zij alle dateren in het begin of de eerste helft van de 15e eeuw.
Vroegere inv.nrs. evenals de herkomst: onbekend
Disk-hilted dagger, West Europe, 1400-1450
Inv.no. 013351
The hilt with the contour of a Roman ‘I’ the serifs of which are in fact formed by two large, horizontal, round brass disks of equal size. The disks comprise the pommel disk and the guard disk and have lobed borders engraved on top and bottom as the leaves of a flower calyx. The guard disk has no engraving underneath and it is partially bent at a 90-degrees angle to lay parallel to the blade. The bent part is pierced with a Gothic quadruple leaf. The cylindrical grip has three flat ferrules of brass alternating with two portions of walnut(?). Each ferrule is decorated in the round with horizontal striations. The blade tang is rivetted to the pommel disk and there is a small iron washer shaped as a crossflower.
Blade with a thick shoulder and with the edges gradually tapering down towards the sharp point. The 35 mm long shoulder is rectangular in section (10.1 by 10.4 mm). The remainder of the blade is of rhomboidal section and the corners (‘edges’) start exactly in the middle forming a continuation of the shoulder’s faces. A couple of millimeters are missing from the blade point which has been shaped by a file.
Excavated, the wooden portions of the grip are later restorations. Probably a weapon to be worn with a costume or civilian dress. The guard disk is bent so as to conveniently wear the dagger against the body.
Overall: 332, Blade: 228 by 11.4 mm greatest width
References: Schneider & Stüber (1980), Waffen im Schweizerischen Landesmuseum : Griffwaffen I, illustrate under their Nos. 415-422 an entire series of similar daggers which they all date to the beginning or the first half of the 15th century.
Former Inv.nos. or provenance unknown