Uitklappen

Scherpe patroon Nº 7. 6.5 x 53.5 R voor Nederlands geweer model 1895, zgn. Margapatroon

scherpe patroon

De Marga patroon (naar de Belgische uitvinder), ofwel scherpe patroon Nº 7, is in 1900 ingevoerd voor het houden van kamerschietoefeningen. De patroon heeft een huls gelijk aan die van de scherpe No. 1, met een kogel van 14,5 mm lengte die is vervaardigd van cellulodine (een mengsel van celluloid en grafiet). Aanvankelijk bestond de lading uit 0,1 gr rookzwak buskruit tot scherpe patronen Nº 7 (geel gekorreld schietkatoen kruit 1,5 mm in doorsnede); later werd dit veranderd in 1,25 gr buskruit Nº 2. De laatste vermelding geeft een lading van 0,11 gr rookzwak buskruit. Door het optreden van weigeringen en nabranders na langdurige oplegging werd rond 1907 het slaghoedje (dat slagsas van een afwijkende samenstelling had) vervangen door het slaghoedje van de scherpe patronen Nº. l, tevens werden de patronen uitwendig voorzien van vet. Tot 1920 werden de kogels voor de Margapatronen voornamelijk door de particuliere industrie geleverd, die projectielen kunnen op de onderzijde van een fabrieksmerk voorzien zijn, daarna werden ze door de Artillerie Inrichtingen gemaakt. De verschoten hulzen bestemd tot gebruik van scherpe patronen Nº 7 werden op de hulsbodem tussen de gebruikelijke merken voorzien van een +.