Tweehandszwaard, 1532-1558
zwaard
De kling van het zwaard is voor zien van drie merken: een lopende wolf, een rijksappel en een persoonlijk smidsmerk. De merken met de lopende wolf en de rijksappel werden gebruikt door smeden uit Passau. Het persoonlijke merk is tot op heden nog niet gekoppeld aan een smid, maar is eerder al aangetroffen op een zwaard uit 1547. Het feit dat de kling uit Duitsland afkomstig is, wil niet zeggen dat dit tweehandszwaard per definitie in gebruik is geweest binnen dit land. Producten uit Passau en andere Duitse productiecentra vonden via de handel hun weg naar andere delen van Europa. Dit lijkt ook het geval bij dit betreffende tweehandszwaard waarvan het gevest juist wijst op een herkomst buiten Duitsland. De kling is aan de bovenzijde voorzien van een gat. Het is onduidelijk waar dit gat voor gediend heeft. Op andere (tweehands)zwaarden komen vergelijkbare gaten niet voor. Mogelijk heeft het gat ter ophanging van het zwaard gediend.Het gevest van de ceremoniële tweehander is zeer fraai versierd en volledig uitgevoerd in een legering van geelkoper. De greep is voorzien van drie portretmedaillons. Het middelste medaillon toont het portret van Karel V. Het vertoont zeer veel overéénkomsten met een portret van de keizer uit 1532 van Jakob Seisenegger. Hierdoor kan worden vastgesteld dat het betreffende gevest niet eerder dan 1532 zal zijn vervaardigd. In een rand rondom het portret staat de Franse tekst: Carle par la grace de dieu (Karel V met de gratie gods). De Franstalige tekst sluit Duitstalige landen uit en wijst in Nederlandse richting. Voor de Nederlandse adel vormde Frans de voertaal. 16e eeuwse ordonnanties begonnen als volgt: Charles, par la grace de Dieu.
Het onderste medaillon heeft een zogenoemde imperatorkop met vlak ernaast de tekst Nero. Karel V werd in februari 1530 gekroond tot keizer van het Heilige Roomse rijk. De afbeelding van de Romeinse keizer was een directe verwijzing naar Karel V als opvolger van de Romeinse keizers. Door deze verwijzing valt het gevest niet eerder te dateren dan 1530. De vraag rijst nu waarom keizer Nero? Heden ten dage liggen andere keizers, vaak met een beter en positiever imago, voor de hand. Zo valt te denken aan Julius Caesar, Augustus, Hadrianus of Trajanus. De verklaring hiervoor is te vinden in de geest van de tijd. Eind 15e eeuw werd het gouden huis (Domus aurea) van keizer Nero teruggevonden. Veel kunstenaars bezochten tijdens hun Italiëreis het beroemde huis en lieten zich voor de renaissancekunst inspireren door de aanwezige fresco’s en versieringen. De Nederlanders Herman Posthumus, Maarten van Heemskerk en Lambert Sustris bezochten de bezienswaardigheid in 1536 en lieten er hun ingekerfde namen achter. In de eerste helft van de 16e eeuw komt het portret van Nero met regelmaat terug in kunstuitingen. Een belangrijke Italiaanse renaissancekunstenaar, Marcantanio Raimondi (1480-1534), maakte tussen 1510-1527 een serie gravures van Romeinse keizers. Het Neroportret uit deze serie vertoont veel gelijkenis met de imperatorkop op het zwaard. De platte neus en het lint van de lauwerkrans in de nek duiden erop dat mogelijk dit portret van Nero als voorbeeld heeft gediend. Op het bovenste deel, net onder de pommel, staat Vesta afgebeeld. De Romeinse godin van het huiselijk welzijn, maar haar figuur symboliseerde ook het ‘haardvuur’ in een bredere context: namelijk die van de eendracht en de veiligheid van de staat.
De rijke uitvoering van het gevest in renaissancestijl en vele verwijzingen naar Karel V duiden erop dat dit tweehandszwaard is gebruikt voor een ceremonie, een inhuldiging of begrafenis, rondom keizer Karel V. Volgens de smidsmerken op de kling moet het tussen de periode 1532-1558 in gebruik zijn geweest. Het gebruik van geelkoper in het gevest is verklaarbaar: het is betaalbaar, snel te bewerken en benadert tijdens een ceremonie de luxe uitstraling van goud. De abdisse van het Vrouwenklooster in Oostbroek maakte in 1540 de Blijde Inkomste van Karel V in Utrecht mee en noteerde in haar dagboek: voor de keyserlijke mayestyt reed een groot heer in gulden laken, mit een costelijk zweert in de hand.
Uit publicatie "Willem":
De symbolische betekenis van het zwaard gaat terug op de tweezwaardenleer, volgens welke het gezag in een wereldlijke en een geestelijke macht was verdeeld. Christus zou aan zowel de geestelijke als de wereldlijke leider een zwaard hebben overhandigd.
De leer vormde de basis voor de standensamenleving in de Middeleeuwen. Het zwaard stond symbool voor het
uitoefenen van de macht. Wereldlijke leiders, vooral koningen en keizers, gebruikten dit symbool tijdens officiële
plechtigheden, zoals inhuldigingen en begrafenissen. Voor de kroning van de belangrijkste Europese vorsten
werden kostbare rijksregalia gemaakt. Deze werden exclusief voor kronings- of inhuldigingsdoeleinden gebruikt en worden al eeuwenlang op een centrale plek zorgvuldig bewaard. Voor andere gelegenheden, zoals de inhuldiging van de vorst in een stad (de zogeheten ‘blijde inkomst’), werden door lokale ambachtslieden vergelijkbare statussymbolen vervaardigd. Henrica van Erp, abdis van het Vrouwenklooster in Oostbroek, maakte in 1540 de blijde inkomst van keizer Karel V in Utrecht mee. Zij
schreef in haar dagboek: ‘voor de keyserlijke mayestyt reed een groot heer in gulden laken, mit een costelijk
zweert in de hand’. Een goed voorbeeld van een dergelijk ‘costelijk’ zwaard is de ceremoniële ‘tweehander’ in de
collectie van het Nationaal Militair Museum. Nader onderzoek heeft aangetoond dat een bestaand tweehandszwaard
speciaal voor een plechtigheid is omgebouwd tot een ceremonieel ‘rijkszwaard’. De kling is hergebruikt en voorzien van een rijkversierd, geelkoperen gevest in Renaissancestijl. Op het gevest zijn de portretten van keizer Nero, Karel V en de Romeinse godin Vesta afgebeeld. Geelkoper is een zeer zacht materiaal. Het zwaard – of in ieder geval het gevest – is dus niet voor
de strijd, maar puur voor ceremoniële doeleinden vervaardigd. Dit materiaal is betaalbaar, snel te bewerken en benadert tijdens een ceremonie de ‘costelijke’, luxe uitstraling van goud. Dit zeer fraaie zwaard is mogelijk tussen 1532-1558 voor een plechtigheid rondom keizer Karel V gebruikt in de Nederlanden. Nadat Karel V als keizer van het Duitse rijk was afgetreden,
kreeg Willem van Oranje in 1558 de eervolle en zeer verantwoordelijke taak om de rijksregalia naar Karels broer en opvolger Ferdinand I te brengen. Willem zal voor de bewaking van de kostbare kroonjuwelen tijdens de reis naar Frankfurt de nodige soldaten als escorte aan zijn reisgezelschap hebben toegevoegd. Op 21 september 1558 overleed Karel V in Spanje. In verschillende belangrijke steden binnen zijn rijk, zoals Brussel, Augsburg en Bologna, werden ter herinnering aan de overledene uitvoerige processies gehouden. Het speciaal voor de Augsburgse ceremonie gemaakte rijkszwaard is bewaard gebleven. Het bevindt zich tegenwoordig in het Diözesanmuseum St. Afra. In Brussel werd op 29 en 30 december 1558 een vergelijkbare processie gehouden, waarin verschillende hooggeplaatste personen de waardigheidstekenen van de keizer met zich meedroegen. Willem van Oranje had de eer om de rijksappel te mogen dragen. Voor hem liep Martin de Gurrea y Aragon, hertog van Villahermosa, met het rijkszwaard. Het rijkszwaard, soms ook wel het zwaard der soevereiniteit genoemd, werd altijd met de punt omhoog gedragen. De gebruikte statussymbolen werden na afloop van de begrafenisstoet aan het rouwbord gehangen in de kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele in Brussel. Om zijn positie als onafhankelijk vorst te benadrukken werd tijdens de begrafenis van Willem van Oranje in 1584 ook een zwaard der soevereiniteit meegedragen. De traditie om een rijkszwaard bij inhuldigingen en kroningen te gebruiken, is tot op de dag van vandaag in vele Europese landen nog altijd in gebruik. Generaal Tom Middendorp droeg als Commandant der Strijdkrachten het Nederlandse Rijkszwaard tijdens de inhuldiging van Willem-Alexander op 30 april 2013.