Houwdegen, 1575-1610
houwdegen
Houwdegen, 1575-1610Totale lengte 1124 mm / lengte kling 960 mm /breedte kling 34 mm / gewicht 1237 gr
Vgl: Norman & Barne (1980), hilt 22, probably about 1520-1615
IJzeren gevest met platovale beugels met spatelvormige uiteinden. Pareerstang met sterk omlaag gebogen, zelfs naar de kling toe kerende, uiteinden. Uit de wortels van de beide armen van de pareerstang ontspringt een pareerring. De onderzijde van de pareerstang vormt een geheel met een horizontale stootplaat die ruim in de opening van de pareerring ligt. In de plaat bevinden zich in de rand drie ajour bewerkte harten. De onderuiteinden van de pareerbeugels zijn blokvormig en vormen de basis van een stel naar boven gekrulde beugels die ieder een spatelvormig uiteinde hebben. Onder aan zijn deze beugels verbonden door een horizontale klingbeugel.
Gevest binnenzijde: Een stel ronde beugels, die elk aan een wortel van de pareerstang ontspringen, aanvankelijk horizontaal en daarna diagonaal neerwaarts beugen, elkaar in het midden kruisend, om aan te sluiten op de uiteinden van de pareerbeugels.
Vgl: Norman & Barne (1980), inner guard 18, tweede 16de helft eeuw
Knop: hartvormig met twee grote doorboringen aan weerszijde van een cilinder voor de klingangel met daarboven op de angelknop. Geprofileerde knophals.
Vgl: Norman & Barne (1980), pommel 40, first quarter of the 17th century.
Greep: De in doorsnede ovale greep wordt naar boven toe iets smaller. Voorzien van diagonale, platte brede ribbels met smalle groeven daartussen. Greepwikkeling van horizontale, getorste koperdraad. In de groeven fijnomwoeld messingdraad geflankeerd door dunnere getorste messingdraad (incompleet). Onder en boven afgezet met Turkse knopen van een streng gemaakt van een stel messingdraden.
Kling: Ruitvormig van doorsnede, met in profiel een enigszins bol verlopende sneden tot aan de punt. Nagenoeg rechthoekig ricasso met zeer licht uitgeholde draag en buitenzijde. waarvan de buitenranden gemarkeerd zijn door parallellopende lijnen en met in het midden op beide zijden een ovaal witmerk van een lopend edelhert. Op de buitenzijde een rennende wolf ingelegd met (resten van) messing. Op de draagzijde een rijksappel, eveneens ingelegd met messingresten. De combinatie van de rijksappel en rennende wolf kan duidden op een herkomst uit Passau.
Opmerkingen: De wikkeling van messing en koper is zeer ongebuikelijk en lijkt van latere datum.