Zwaardrapier, Duitsland, 1540-1560
zwaard
Gevest: van ijzer gezwart met licht naar beneden wijzende voor- en achterpareerstang met middegraat, breed en plat uitlopend in driehoek. D-vormige horizontale pareerbeugel aan de buitenzijde, met verbreed middenstuk. Pareerbeugel met ingelegde ijzeren ajourgewerkte stootplaat (gezwart), met vier harten. Duimbeugel aan draagzijde is verbonden met onderste pareerbeugel. Over klinghiel is een ijzeren koker geschoven (met twee dubbele horizontale groeven) die dienst doet als klingvanger en waterrand. Norman (1980) gevesttype 12 (1540-1560).Spoelvormige greep van hout, bekleed met roggenleer en vier verticale ijzeren stangen en onder en boven een gestyleerde kroon met vier fleurons als greepring. Bolvormige gefacetteerde greepknop met in het midden een horizontale uitstekende band, schijfvormige kop met geklonken klingangel.
Kling: recht, zeskantig en van ijzer, tweesnijdend tot aan de symmetrische punt, geul op het sterk met kleine ingeslagen motieven. Ook motieven op de hiel.
Vergelijkbare exemplaren zijn vaak afkomstig uit de Sakische wapenkamer in Dresden.