Rapier, 1600-1630
rapier
Rapier, 1600-1630Totale lengte 1305 mm / lengte kling 1149 mm / breedte kling 25 mm
Gevest van smeedijzeren beugels in hoogreliëf gebeiteld met figuratieve en vegetatieve versiering. Rechte pareerstang (zie opmerking) iets zwellend naar de uiteinden met eindknopjes. Uit de wortels van de pareerstang ontspringt een pareerring met centraal een zeer lichte zwelling en een stel pareerbeugels. Op de onderuiteinden van de pareerbeugels ontspringt een horizontale klingbeugel en suite met de pareerring doch navenant kleiner en met centraal eveneens een lichte zwelling. De uiteinden van de pareerstang en de zwellingen van pareerring en klingbeugel zijn eveneens versierd met bustes in medaillon.
Norman & Barne (1980), Hilt 43 (1550 –1630)
Gevest draagzijde: Uit de voorpareerstang ontspringt een binnenbeugel, die zich in drie afzonderlijke beugels vertakt. De voorste daarvan sluit aan op het uiteinde van de voorste pareerbeugel, de middelste op het uiteinde van de achterste pareerbeugel. De achterste vertakking is iets onder het midden van de achterste pareerbeugel daaraan vastgeweld.
Vgl: Norman & Barne (1980), inner guard 11 (1560-1630)
Pareerblok uitlopend in een punt naar beneden en versierd met voluten.
Knop: vrijwel bolvormig doch zeer licht puntvormig naar de angelknop. Tussen vegetatieve versiering rondom vier medaillons met bustes.
Vgl: Norman & Barne (1980) pommel 14 (1600-1675)
Greep: wikkeling van stel tegengesteld getorste ijzerdraden afgewisseld door een enkele getorste draad. Daar overheen in de stijl spiraal gewonden groef een enkele getorste draad. Boven en onder afgezet met Turkse knopen.
Opmerkingen: in achterste pareerstang is een breuk waarneembaar, de voorste pareerstang is naar boven gebogen.