Rapier, Duitsland, 1600-1630
rapier
Rapier met rechte pareerstang, diverse beugels met knoppen en grote bolvormige greepknop. Het betreft een baggervondst uit 1924 uit de Maas bij Rotterdam.Totale lengte 1084 cm / lengte kling 945/ breedte gevest 25
Gevest: Frontaal asymmetrisch gevest van ronde ijzeren beugels met in het midden van de beugels en op de uiteinden van de rechte pareerstang zeer grote bolvormige knoppen. Ruime pareerring die ontspringt uit de wortels van de pareerstang. Kleinere klingbeugel die ontspringt uit de blokvormige uiteinden van een stel pareerbeugels, die zich op hun beurt boven verliezen in de wortels van de armen van de pareerstang. De laatste zijn met het pareerblok verbonden door een balustervormig tussenstuk. Het pareerblok is overdwars licht bol en eindigt onderaan in punt. De knoppen en de draag- en buitenzijde van het pareerblok zijn over het gehele oppervlak met een patroon van kleine vierkantjes in reliëf geciseleerd. De bollen op de beugels worden geflankeerd door een serie ribbels. De kopppen op de uiteinden van de pareerstang worden door een serie ribbels voorafgegaan en hebben een zeer klein, opvallend eindknopje.
Vgl: Norman & Barne (1980), hilt 43, from about 1550, or earlier, to about 1630.
Gevest draagzijde: op de wortels van de armen van de pareerstang de aanzetten van een beugel. Op de blokvormige onderuiteinden van de pareerbeugels eveneens aanzetten van beugels.
Knop: Bolvormig, van boven en onder afgeplat, en suite versierd met de knoppen op de beugels en uiteinden. Angelknop incompleet door corosie. Knophals met brede basis geprofileerd met twee groeven rondom.
Vgl: Norman & Barne (1980), pommel 14, up to the third quarter of the seventeenth century.
Greep: ontbreekt.
Kling: Zesvlkkig van doorsnede tot aan de afgebroken punt. Vanaf het ricasso tot ongeveer een zesde van de lengte van boven een centrale, diepe geul geflankeerd door een lijn die op beide zijden onderaan uitmondt in een lijn van puntjes die overgaat in een ankermerk. Ricasso met een licht hol vlak op de draag- en buitenzijde. Op weerszijden van de kling staat de inscriptie: "IN VALINCIA". Ondanks deze inscriptie lijkt te verwijzen naar een Spaanse herkomst, betreft het hier echter een Duitse kling. De tekst werd erop gezet omdat het product beter verkocht.
Opmerkingen: Gevest en kling zijn sterk verweerd. De kling is onderaan afgebroken. De binnenbeugels zijn afgebroken en verdwenen. De klingbeugel op de buitenzijde is naar boven verbogen. Bodemvondst.
Naar dit exemplaar wordt verwezen in Norman, p. 113. Norman noemt ook het schutterstuk door Ketel, SK-A-1330.
Oude beschrijving uit velddagregister:
'Tweesnijdend, dik in het midden. Teweerszijde korte diepe geul met onleesbaar inschrift. Pareerstang 28,5 cm met 2 fraaie ronde knoppen. Ezelshoefgevest waarvan de beugels aan één zijde ontbreken. De delen van dit gevest zijn met messing aan elkaar gesoldeerd. Zware bolvormige knop, eveneens bewerkt. Dezelfde knoppen, doch kleiner, bevinden zich in het gevest. Punt afgebroken'.