Rapier met versierd gevest, 1600-1640
rapier
Rapier, 1600-1640
Lengte 1124 mm / lengte kling 970 mm / breedte kling 25 mm
Gevest: beugels van geblauwd ijzer, cirkelvormig van doorsnede.
Buitenzijde: Lange rechte pareerstang (290 mm) met afgeplatte eindknoppen. Deze knoppen worden herhaald op alle beugels, behalve op de achterste pareerbeugel. De knoppen zijn rondom in reliëf geciseleerd met cirkels waarin verheven bloemetjes. Twee soortgelijke cirkels zijn op het pareerblok (puntje afgebroken) geciseleerd. Uit de pareerstang ontspringen achtereenvolgens een vuistbeugel waavan het uiteinde van de knop wegbuigt, een zijbeugel, onderzijbeugel en twee pareerbeugels. Klingbeugel.
Vgl: Norman & Barne (1980) Hilt 74 (1575-1620)
Draagzijde: aan de wortel van de voorste pareerstang ontspringt een beugel die aansluit op het uiteinde van de achterste pareerbeugel. Deze beugel wordt gekruist door een beugel die ontspringt uit de voorste pareerstang en die aansluit op het onder uiteinde van de achterste pareerbeugel.
Vgl: Norman & Barne (1980) Inner guard 24 (1600-1640)
Greep: omwoeld met wikkeling van ijzerdraad die in ruime slagen met een tweede draad gewikkeld is. Turkse knopen aan boven- en onderzijde.
Knop: sferisch met kleine prominente angelknop en overgaand in holle hals. Rondom geciseleerd met breed paneel gevuld met versiering en suite met de knoppen op de beugels, doch groter.
Vgl: Norman & Barne (1980) Pommel 14 (1500-1675)
Kling: van ruitvormige doorsnede met in beide zijden bovenaan een korte centrale geul. In de geul gestempelde tekens, waaronder een sterretje, I, H, O en sterretje. De kling loopt krom, zowel overdwars als voor en achter.
De datering is gebaseerd op Normans opmerking over de versiering van de gevest beugels.