Rapier met komgevest, Spanje, 1650-1675
rapier
Rapier met komgevest, 1650-1675Totale lengte: 1255 mm, klinglengte: 1068 mm, klingbreedte: 26 mm
Frontaal symmetrisch gevest bestaande uit ronde beugels en een komvormige stootplaat, de beugels eindigend in platte ajour bewerkte knoppen met miniscule knopjes als afsluiting. Lange rechte pareerstang. Uit de wortel van de voorste pareerstang ontspringt een vuistbeugel met twee accanthuskelken met een schijf ertussen. De vuistbeugel en pareerstang zijn over het gehele oppervlak in laag reliëf versierd met een spiraal gewikkelde band waartussen bladranken. De wortels van de armen van de pareerstang zijn versierd met accanthusbladeren. Het puntige pareerblok is versierd met een maskeron van een karikaturaal menselijk gezicht. De pareerbeugels steken door twee inkepingen in de buitenste rand van een ajour bewerkte guarda polvo. De inkepingen worden geaccentueerd door palmetten waaruit bladranken ontspringen die een dichte basis omvatten die versierd is met een golfrand en die met twee schroeven aan de stootplaat is bevestigd. De basis van de ajour bewerkte stootplaat bestaat uit radiaal gearrangeerde accanthusbladeren. De kom is geheel opengewerkt en bestaat uit bladranken die voluten vormen waarin bloemkelken en maskerons zijn aangebracht. Voorts jachtscènes bestaande uit ruiters en dieren. De bovenrand van de kom heeft onderaan rondom een kettingversiering en is omgeslagen tot rompe puntas die en suite met de kom is versierd.
De binnenkant van de dichte bovenrand is versierd met een golfrand in laag reliëf.
Vgl: Norman & Barne (1980), hilt 100, (1630-1700 of later).
Knop: Vijgvormig in zijaanzicht, cirkelvormig in bovenaanzicht. Ajour bewerkt over het gehele oppervlak met versiering bestaande uit bladranken die voluten vormen waarin bloemkelken en vogels. Afgeplatte angelknop. Ingesnoerde knophals, breed uitlopende, afgeronde basis.
Vgl: Norman & Barne (1980), pommel 66 (1630-1700 of later).
Greep: nagenoeg rechte greep van ovale doorsnede. Wikkeling bestaande uit nauw omwikkelde, kepervormig, nagenoeg horizontaal gerangschikte ijzerdraden. Over de lengte op de voor- en achterzijde en op de draag- en buitenzijde telkens een geschulpte centrale strook verzonken in een verticale groef. Boven en onder afgezet met ajour bewerkte greepringen bestaande uit bladranken en suite met de overige versiering van het gevest.
Kling: Ruitvormig van doorsnede tot aan de lancetvormige punt. Op ongeveer een vijfde deel vanaf het gevest: vier smalle geulen, waarvan de buitenste zijn geperforeerd. Het ricasso is licht uitgehold en op de draag- en buitenzijde voorzien van (gezien met de punt naar boven) drie zwart merken: een centraal gekroonde letter M met twee (niet koninklijke kronen) van andere vorm boven en onder het centrale merk. Dit merk is toe te schrijven aan smid Juan Martinez Menchaca. Een zwaardsmid uit Toledo die hier in de tweede helft van de 17e eeuw actief was.