Degen, Den Haag, 1787
degen
Gevest gemaakt van zilver en is in zijn geheel gefacetteerd. Het gevest bestaat uit een neerwaarts gebogen achterpareerstang met schijfknop. De achterpareerstang ontspringt uit een gedrongen pareerblok met een afgerond rechthoekige doorsnede. Uit de andere zijde van het pareerblok ontspringt een bolle D-vormige knokkelbeugel. Deze knokkelbuegl zit verzonken in de gevestknop. Onder de achterpareerstang en de knokkelbeugel ontspringen uit het pareerblok twee vingerbeugels. Deze vingerbeugels krullen richting de stootplaat, maar bereiken deze niet. Tussen de stootplaat en het pareerblok is een rond, gefacetteerd stootblok aanwezig. De stootpaat is plat en ovaal vormgegeven. De rand van de stootplaat is ajourgewerkt waarbij aan de binnenzijde bloemmotieven in de rand zichtbaar zijn. Aan de buitenzijde zijn drie merken (deels) bewaard gebleven (onder het stootleder). Het eerste merk is een ooievaar, het stadswapen van Den Haag. Een ander merk is de letter Q, het jaarmerk voor onder andere het jaar 1787. Tussen deze twee merken is een onidentificeerbaar merk aanwezig, waarschijnlijk de restanten van het makersmerk. Het gevest is geïdentificeerd als een Norman gevesttype 112 (1775-1820). Tussen de kling en de stootplaat is een rood vilten stootleder aanwezig.De handgreep is gemaakt van hout met een rechthoekige doorsnede. De handgreep is omwonden met een combinatie van getwijnd zilverdraad en zilverbanden. Aan de boven- en onderzijde van de handgreep is een Turkse knoop aanwezig van getwijnd zilverdraad.
De gevestknop is olijfvormig en gemaakt van gefacetteerd zilver met een ronde doorsnede. Bovenop de gevestknop is een angelknop aanwezig. De gevestknop is geïdenticeerd als een Norman knoptype 89 (1770-1820).
De kling is recht, tweesnijdend en gemaakt van ijzer met aan de buitenzijde een sterk verhoogde middenrichel terwijl aan de binnenzijde sprake is van een middengeul. Hierdoor heeft de kling een driehoekige doorsnede. De kling is verder onversierd.