Degen, 1710-1730
degen
Gevest gemaakt van zilver met een neerwaarts gebogen achterpareerstang eindigend in een eindknop. De achterpareerstang ontspringt uit een zeshoekig pareerblok. Uit de andere zijde van het pareerblok ontspringt een hoekige D-vormige knokkelbeugel die verzonken zit in de gevestknop. Het uiteinde van de knokkelbeugel is hierbij versierd met een bladmotief en het midden van de knokkelbeugel is verdikt. Uit de basis van de achterpareerstang en de knokkelbeugel bij het pareerblok ontspringen twee vingerbeugels. Deze vingerbeugels reiken tot aan de stootplaat, maar staan er niet mee in verbinding. Tussen het pareerblok en de stootplaat is een zeshoekig gefaceteerd stootblok aanwezig. De stootplaat is symmetrisch 8-vormig uitgevoerd, waarbij de rechterhelft iets groter is. De stootplaat is gemaakt van één stuk metaal met een gestilleerde verdikte rand. Het gevest is geïdentificeerd als een Norman gevesttype 112 (1700-1750). Tussen de stootplaat en de kling is een restant van een rood vilten stootleder aanwezig.De handgreep is spoelvormig en gemaakt van hout met een rechthoekige doorsnede. De handgreep is omwonden met getwijnd zilverdraad van verschillende diktes. Aan de boven- en onderzijde van de handgeep is een Turkse knoop aanwezig van getwijnd zilverdraad.
De gevestknop is peervormig en gemaakt van zilver met een ovale doorsnede. De knop is in 8 flakken gefaceteerd en bedekt met een angelknop. De gevestknop is geïdentificeerd als een Norman knoptype 87 (1710-1730).
De kling is recht, tweesnijdend en gemaakt van ijzer. In de basis heeft de kling een ovale doorsnede, maar deze wordt al snel zeshoekig. Op beide zijden van het sterk is een paneel met bloem- of ster met lofwerk geëtst, bovendien de spreuk: "Amor / Vincit / Omnia". Onder het sterk zijn meerdere geometrische patronen geëtst.