Degen, Parijs, 1732-1738
degen
Gevest gemaakt van zilver met een neerwaarts gebogen achterpareerstang met eindknop. De achterpareerstang ontspringt uit een pareerblok met een rechthoekige doorsnede. Uit de andere zijde van het pareerblok ontspringt een hoekige, D-vormige knokkelbeugel die verzonken zit in de gevestknop. Op het uiteinde van de knokkelbeugel is een restant van een keurmerk aanwezig in de vorm van een rennend paard. Uit de basis van de knokkelbeugel en de achterpareerstang ontspringen bij het pareerblok twee vingerbeugels. Deze vingerbeugels reiken tot aan de stootplaat, maar staan er niet mee in verbinding. Op de linkerzijde van de voorste vingerbeugel zijn twee merken aangebracht. Eén is geïdentificeerd als een bekroonde letter A, het stadskeurmerk van Parijs en de ander is een ongeïdentificeerd jaarmerk. Tussen de stootplaat en het pareerblok is een vierkant, gefacetteerd stootblok aanwezig. De stootplaat is symmetrisch 8-vormig uitgevoerd. De stootplaat, en de rest van het gevest, zijn versierd met de godin Diane, geschoten wild en jachtattributen met daaromheen Rococo-stijl versieringen in de vorm van plooien, rocailles en schelpen. Het gevest is geïdentificeerd als een Norman gevesttype 112 (1700-1750). De Rococo-stijl was populair tussen 1730 en 1760 en de aanwezige merken zijn gebruikt in Frankrijk/Parijs in de periode oktober 1732 tot en met september 1738. Het aanwezige jaarmerk kan een preciezere datering geven, maar dit is tot op heden niet herkend. Tussen de stootplaat en de kling is het restant van een rood vilten stootleder aanwezig.De handgreep is spoelvormig en gemaakt van zivler met een ovale doorsnede. De versiering op de handgreep van dezelfde soort als de rest van het gevest. Aan de boven- en onderzijde van de handgreep zijn verdikkingen aanwezig in de vorm van rocailles.
De gevestknop is eivormig en gemaakt van zilver met een ronde doorsnede. De gevestknop is op dezelfde manier versierd als de rest van het gevest en is bedekt met een angelknop. De gevestknop is geïdentificeerd als een Norman knoptype 88 (1700-1740).
De kling is recht, tweesnijdend en gemaakt van ijzer. Op de buitenzijde van de kling is sprake van een sterk verhoogde middenrichel, terwijl aan de binnenzijde sprake is van een middengeul. Hierdoor heeft de kling een driehoekige doorsnede. Daarnaast versmalt de kling op ongeveer 1/4e snel, om daarna weer geleidelijk tot aan de punt smaller te worden. De stijl kling met een verspringing heet "à la Colichemarde". In een paneel op de klinghiel staan moresken; de keerzijde idem dito, maar in een cartouche een antieke fantasiefiguur blazend op een jachthoorn.