Groene overall, mogelijk voor tankbemanning Bataljon Gevechtswagens in Suriname
overall
Te zien in het museum:M16.00.34P.03
Een proefmodel van het KNILvechtwagenpakVanaf 1936 werd er met kracht gewerkt aan de opbouw van de Indische defensie. In
dit kader werd eind 1937 bij het KNIL onder andere de vechtwagen geïntroduceerd,
een zeer lichte tweemanstank van het type Vickers Carden Lloyd. Deze zogeheten
tankettes werden ondergebracht in de op 15 december 1937 opgerichte Proefafdeling
Vechtwagens. Deze proefafdeling veranderde in 1939 in het Bataljon Vechtwagens en
werd ten slotte eind 1941 geformeerd in de Mobiele Eenheid.1
Vanwege de beperkte ruimte in de vechtwagen moest een praktisch uniform uitkomst
bieden. De reden daarvoor was dat de uniformen van de bemanning bij het
terreinrijden en het in en uitklimmen dan niet bleef haken aan metalen onderdelen.
De oplossing was een grijsgroen vechtwagenpak, een soortgelijke overall die ook bij
het Britse en Amerikaanse leger in gebruik was, maar dan naar geheel eigen ontwerp.
Hierbij werd een bruine lederen valhelm gedragen met aan weerszijden uitsparingen
voor een koptelefoon.2
In de collectie van het Legermuseum is een groen afwijkend exemplaar aanwezig
dat mogelijk heeft gediend als proefmodel. In het tweede deel van het KNIL kledingvoorschrift
uit 1941 staat het grijsgroene vechtwagenpak als volgt beschreven: ‘Van
grijsgroen katoen … ; van voren gesloten door een ritssluiting; voorzien van een liggende
kraag, schouderpassanten, twee borstzakken met klep, een achterzak met klep
en de benedenpijpen aan de buitenzijde voorzien van een zak met klep …
; de zakken zijn gesloten met beenen knoopen … ; de mouwen gesloten om
den pols met een beenen knoop …’ Het museumexemplaar heeft van voren
geen ritssluiting maar een achttal kunststof knopen (mogelijk eboniet of
bakeliet). Verder ontbreken de schouderpassanten en de beide zakken aan de onderkant
van de pijpen. De kleppen van de zakken zijn niet volgens voorschrift accoladevormig,
maar lopen rond af. De achterzak is een steekzak zonder klep.
In hetzelfde kledingvoorschrift wordt ook het blauwe werkpak beschreven. Dit pak is, afgezien
van de schouderpassanten en de kleur, identiek aan de overall uit de museumcollectie3
en moet gezien de groene kleur vervaardigd zijn voor gebruik te velde. Mogelijk
is het pak tijdelijk als proefvechtwagenpak ingevoerd bij de proefafdeling vechtwagens
en werd het vervangen door het vechtwagenpak dat beschreven staat in het genoemde
kledingvoorschrift.
Experimental model of the Royal Netherlands East Indies Army fighting vehicle overall
From 1936 onwards, vigorous work took place building the Dutch East Indies defence capacity,
for the purpose of which a lightweight two-man tank of the type Vickers Carden Lloyd
was introduced as an armoured vehicle by the Royal Netherlands East Indies Army in 1937.
These vehicles were housed in the Experimental Division Armoured Vehicles founded on 15
December 1937. The Division changed its name to Battalion Armoured Vehicles in 1939
and went on to become the Mobile Unit in 1941.
Practical uniforms were needed because space in the vehicles was limited. The solution was
a fighting vehicle overall made of grey-green cotton. The front is closed by a zipper, with a
turn-down collar, shoulder loops, two chest pockets, one back pocket with a flap and
leg bottoms on the outside with a pocket flap.
The museum specimen does not have a front zipper or shoulder loops and pockets on the
outside, which, except for the colour and shoulder loops, makes it identical to the blue
overall, also described in the same dress code. The green overall from the Army Museum
collection must have been used in the field, possibly as a temporary experimental fighting
vehicle suit at the Experimental Division Armoured Vehicles. Eventually, it
was replaced by the fighting vehicleoverall that is described in
the KNIL dress manual part II from 1941.
1 KNIL-cavalerie, 36, 41
2 Kleedingvoorschrift: eerste deel (KL.VI).-Batavia Reproductiebedrijf, 1941, plaat XXVI
3 Kleedingvoorschrift: tweede deel (KL.V.II).-Batavia Reproductiebedrijf, 1941, 1, 2
(Armamentaria, vol. 47 (2012/2013), p. 280-281)