Infanteriedegen, 1741
degen
Gevest gemaakt van messing met een neerwaarts gebogen achterpareerstang, eindigend in een kop. De achterpareerstang ontspringt uit een pareerblok waaruit uit de andere zijde een hoekige, D-vormige knokkelbeugel ontspringt. Deze knokkelbeugel is iets verdikt in het midden en is verzonken in de gevestknop. Uit de basis van de achterpareerstang en de knokkelbeugel bij het pareerblok ontspringen twee vingerbeugels. Deze vingerbeugels reiken tot aan de stootplaat, maar staan er niet mee in verbinding. Tussen het pareerblok en de stootplaat is een zeshoekig gefacetteerd stootblok aanwezig. De stootplaat is symmetrisch 8-vormig uitgevoerd. De stootplaat is onversierd, op een gestylleerde dikkere rand na. Het gevest is geïdentificeerd als een Norman gevesttype 112 (1725-1750). Tussen de stootplaat en de kling is een rood vilten stootleder aanwezig.De handgreep is spoelvormig en gemaakt van hout met een ovale doorsnede. De handgreep is omwikkeld met getwijnd messingdraad. Aan de boven- en onderzijde van de handgreep is een messing band aanwezig.
De gevestknop is uivormig en gemaakt van messing met een licht ovale doorsnede. De knop is onversierd en bedekt met een angelknop. De gevestknop is geïdentificeerd als een Norman gevesttype 88 (1740-1780).
De kling is recht, tweesnijdend en gemaakt van ijzer met een ovale doorsnede. Op het sterk van de kling is op beide zijden het jaartal 1741 geëtst. Gezien de klingeigenschappen, in combinatie met het messing gevest, is het erg aannemelijk dat deze degen bestemd was en is gebruikt door de infanterie van een Europees leger.