Degen, 1750-1780
degen
Gevest gemaakt van ijzer met een uitgebeitelde versiering in de vorm van bloem- en rankmotieven met wapentrofeeën. De lage delen zijn geëncrusteerd met goud. Het gevest is voorzien van een neerwaarts gebogen achterpareerstang met een met de klok meegebogen eindknop. De achterpareerstang ontspringt uit een pareerblok met een afgevlakt ovale doorsnede. Uit de andere zijde van het pareerblok onstpringt een bolle D-vormige knokkelbeugel. Deze knokkelbeugel zit verzonken in de gevestknop. Onder de achterpareerstang en de knokkelbeugel ontspringen uit het pareerblok twee vingerbeugels. Deze vingerbeugels reiken tot aan de stootplaat, maar staan er niet mee in verbinding. Tussen de stootplaat en het pareerblok is een vierkant gefacetteerd stootblok aanwezig. De stootplaat is symmetrisch en 8-vormig, waarbij de rechterhelft iets groter is. Het gevest is geïdentificeerd als een Norman gevesttype 112 (1750-1800).De handgreep is spoelvormig en is gemaakt van hout met een afgevlakte ovale doorsnede. De handgreep is omwikkeld met getwijnd messingdraad van wisselende diktes. Aan de boven- en onderzijde van de handgreep is een Turkse knoop aanwezig van getwijnd messingdraad.
De gevestknop is eivormig en gemaakt van ijzer met geëncrusteerd goud en uitgebeitelde wapentrofeeën. De gevestknop heeft een ovale doorsnede en is bedekt met een eikelvormige angelknop. Het gevest is geïdentificeerd als een Norman knoptype 88 (1750-1780).
De kling is recht, tweesnijdend en gemaakt van ijzer met aan de buitenzijde een sterk verhoogde middenrichel. Aan de binnenzijde is sprake van een middenrichel. Hierdoor heeft de kling een driehoekige doorsnede. Het sterk van de kling is verblauwd en verder versierd met rocailles, moresken en wapentrofeeën in vergulde lijnets op beide zijden. Verguld paneel met moresk op beide zijden van de klinghiel.