Infantriesabel, Nederland, 1786-1795
sabel
Gevest gemaakt van messing met een rechte, platte en taps toelopende achterpareerstang voorzien van een kleine eindschijfknop. Aan de andere zijde van de kling gaat de taps toelopende voorpareerstang over in een D-vormige knokkelbeugel. De knokkelbeugel is met behulp van een schroef bevestigd aan de snuit van de greepkap.De handgreep is gemaakt van hout en is voorzien van elf ribben. De hangreep is omwikkeld met haaienleer en tussen de ribben een combinatie van recht en getwijnd messingdraad. De handgreep is bedekt met een gladde messing greepkap met een bolle bovenzijde. Bovenop de greepkap is een gladde cylindrische angelknop aanwezig. Aan de onderzijde van de handgreep zijn handgreep en greepkap omwikkeld met een brede, gladde greepring van messing.
De kling is gebogen, eensnijndend en gemaakt van ijzer. De klig is voorzien van een assymetrische punt en een rugscherp van circa 16 cm lang. De kling is ooit scherp geslepen en op de zwak van de kling is veel gebruiksschade (geen gevechtsschade) aanwezig. Op het sterk van de kling zijn op beide zijden nog restanten van een hand Gods zichtbaar. Het plat van de kling bevat veel vijlsporen.
De schede is gemaakt van leer en is versierd met parallele banen langs de rand. De schede is voorzien van een leren schedepunt met een messing eindknop die met koperdraad aan de schedepunt is vastgemaakt. De schedemond is gemaakt van glad, breed messing. Aan de onderzijde van de schedemond is een gat aanwezig waar de koppelhaak doorheen steekt. De koppelhaak is met de niet-wijze aan de schede bevestigd. Aan de boven-, onderzijde en in het midden van de koppelhaak zijn twee parallele lijnen aanwezig.
Typologisch vertoond deze sabel sterke gelijkenissen met sabels die bij de Zwitserse Garde in gebruik waren tussen 1786 en 1795.