Infantriesabel, 1765-1786
sabel
Gevest gemaakt van rood koper met een rechte, taps toelopende achterpareerstang voorzien van een eindknop. Aan de andere zijde van de kling gaat de taps toelopende voorpareerstang over in een bolle, D-vormige knokkelbeugel. De knokkelbeugel is met een schroef vastgemaakt aan de snuit van de greepkap. Op 2/3 van de knokkelbeugel ontsprint hier een zijbeugel. Deze zijbeugel krult naar en langs de pareerstang en staat ermee in verbinding.De handgreep is gemaakt van hout en omwikkeld met haaienleer. Tussen de ribben is de handgreep omwikkeld met getwijnd en recht messingdraad. De handgreep is bedekt met een bladde, doorlopende greepkap van koper. Het uiteinde van de greepkap heeft de vorm van een gestylleerde leeuw. Bovenop de greepkap is een eikelvormige angelknop aanwezig. Aan de onderzijde van de handgreep zijn handgreep en greepkap omwikkeld met een brede, platte greepring van koper.
De kling is licht gebogen, eensnijdend en gemaakt van ijzer. De kling is voorzien van een asymmetrische punt en versierd met rocailles en wapentrofeeën op het sterk. De laatste 10 cm van de klingrug is geslepen. Aan de basis van de klingrug staat een mogelijke inscriptie "C O J", maar de betekenis hiervan is onduidelijk.
De schede is gemaakt van leer en is versierd met banen parallel aan de rand. De schede is voorzien van rood koperen schedepunt en schedemond. De schedepunt is versierd met een gestylleerde knop en twee horizontale groeven nabij de bovenkant van de schedepunt. De schedemond is eveneens versierd met meerdere horizontale groeven. De koppelhaak is bevestigd aan een uitstulpsel van de schedemond. De koppelhaak is versierd met een gestyleerde eindknop en twee horizontale groeven aan de bovenzijde.
Door deze degen te vergelijken met degens die zijn ingevoerd bij de Zwitserse Garde, wordt duidelijk dat enkele typologische kenmerken overeenkomen met sabels die bij de garde zijn ingevoerd rond 1765.